5 Weeks in Beijing (5)

Hutongs (1)
胡同

“ In Beijing zijn er niet minder dan 3,600 grote hutongs maar de kleine hutongs zijn zo talrijk als de haren van een os” is een oud Chinees gezegde. Die oude, nauwe straatjes zijn niet weg te denken uit het Pekinese landschap, ze zijn hét symbool van China’s hoofdstad.

De term hutong vond ingang na de verovering van China door de Mongolen tijdens de Yuandynastie (1271-1368), toen Beijing de hoofdstad werd maar de naam Dadu 大都 droeg, de Grote Hoofdstad. Hutong is afgeleid van het Mongoolse woord hottog, waterbron. Deze gegraven bron vormde het centrum van een nieuwe woongemeenschap. De term hutong verwijst zowel naar een nauwe straat als naar een buurt.

De hutongs stralen enorm veel charme uit. Het is er rumoerig want de populatie leeft er als het ware op straat. In de steegjes rond Sihuan Market 四环市场 (gelegen in Xichengqu 西城区) kan je van alles kopen maar natuurlijk hoofdzakelijk voedingswaren als eieren van verschillende vogels, levende vissen, schildpadjes, gestoomde broodjes…teveel om op te noemen. Je voelt een echte solidariteit tussen de mensen met een oprechte interesse voor ‘de ander’.

De straatnamen zijn soms grappig, soms hebben ze een historische achtergrond.
Bijvoorbeeld een van de oudste hutongs heet Sanmiao Street 三庙街, de straat met de drie tempels en werd aangelegd in de Tangdynastie (618-907). Toen heette hij Zijinsi Street 紫金寺街 Purpergouden tempel Street naar de enige tempel die er toen stond. Gedurende de Qingdynastie (1644-1911) kwamen er twee andere tempels bij en veranderde de naam in Sanmiao Street.

In de Mingdynastie (1368-1644) was het centrum van Beijing de Verboden Stad, die op haar beurt omringd werd door de Binnenstad en de Buitenstad. De sociale stand bepaalde hoe dicht men bij het centrum mocht wonen. De adel leefde ten oosten en ten westen van het keizerlijk paleis in prachtige courtyards die met elkaar verbonden waren tot ordelijke hutongs. Ten noorden en ten zuiden van het keizerlijk paleis leefden de niet-adellijken, de handelaars, de ambachtslui en het werkvolk. Hun courtyards waren kleiner en lagen in nauwere hutongs.
In het oude China fungeerde een hutong als de laagste entiteit van de geografische administratie, het paifangsysteem 牌坊. De grootste divisie in de stad heette fang 坊 en was omgeven door muren en poorten die ’s nachts werden bewaakt. Elke fang werd onderverdeeld in verscheidene pai 牌, men zou kunnen zeggen een buurt. Elke pai bestond uit verschillende hutongs. In de Mingdynastie was Beijing verdeeld in 36 fangs.

Om redenen van snel transport en commerciële activiteiten waren de hutongs 4 meter breed, ze liepen van oost naar west. De hutongs verdeelden de stad alzo in smalle strepen van 100 meter breed. Deze strepen werden in hun lengte onderverdeeld in loten van 100 meter, telkens bewoond door een familie. Dat was de regel, maar later werden die loten (van 100 op 100 meter) onderverdeeld in nog smallere loten.