Maandelijks archief: januari 2013

Schaterlach

Yue Minjun, l’Ombre du fou rire

In de Fondation Cartier loopt een tentoonstelling van Yue Minjun, één van China’s meest invloedrijke schilders. Hij maakt deel uit van het “Cynisch Realisme”, een beweging die in 1989 ontstond. Maar Yue weigert in deze categorie gestigmatiseerd te worden en zegt dat hij zich niet betrokken voelt tot de stroming waarin de mensen zijn kunst plaatsen.

Yue werd geboren in 1962, in de noordelijke provincie Heilongjiang. Hij kwam naar Beijing toen hij tien jaar was. In 1983 gradueerde hij aan de Hebei Normal University en startte met portretten in olieverf.
Hij provoceerde de sociale en culturele welvoeglijkheid met het radicaal en abstract uitbeelden van voorwerpen of politieke situaties.
De theoreticus Li Xianting beschrijft Yue’s zelfportretten als “een zelfironisch antwoord op het spiritueel vacuum en de waanzin van het hedendaagse China”.
Yue leeft met meer dan duizend andere artiesten in Songzhuang Artist Village bij Beijing.
Zijn werk wordt internationaal erkend. Yue zelf is heel bescheiden gebleven.

De tentoonstelling in de Fondation Cartier laat een brede waaier aan werken uit het begin van de jaren 1990 zien.

Yue laat zich uit over enkele van zijn werken tijdens een interview afgenomen in Beijing in 1992.

On the Rostrum of Tiananmen (1992)

“Veel van mijn vrienden waren op zoek naar een levensgevoel of  naar een levensstijl. In zo’n groot land als China is de levensruimte in feite heel beperkt, amper 100 à 200 m2. Daar speelt het leven zich af. Ik beeld mijn vrienden en collega’s af in een ruimte van een hondertal m2. Dit is mijn voorstelling van de gemeenschap van die periode en een nieuwe benadering van de omgeving. Ik beeldde dus enkele van mijn beste vrienden uit binnen die zo belangrijke 100 of 200 m2.”

The Execution (1995) geïnspireerd door “ La Mort de l’Empereur Maximilien de Mexico” van E. Manet (1868).
 

Rond 1995 begon ik me te interesseren voor enkele grote klassieke meesterwerken. Ik besefte toen dat ik deze werken kon herinterpreteren vanuit mijn eigen cultuur. Daardoor zouden ze aan densiteit winnen en bijdragen tot het transformeren van een context uit het buitenland tot een context die ons eigen is. Andere schilders hadden reeds dat idee gehad: schilderijen van Goya, Manet en Picasso hadden ze als voorbeeld genomen en verwerkt tot werken met een grote culturele en historische waarde.
Ik wou ook een nieuwe zin geven aan een origineel onderwerp om alzo een beter bevattingsvermogen van de historische gebeurtenissen te geven. Dit schilderij is mijn lievelingswerk.


Ik beschouw mijn schilderijen als tragische en pijnlijke uitdrukkingen. Ik mag zelfs zeggen dat ze alle gevechtsscènes zijn. Ik schilder dingen in een  brutale context en dan realiseer ik me dat wat ik uitbeeld tragisch en pijnlijk is. Maar we mogen niet altijd de dingen op een te directe manier weergeven. Ik denk dat men zich best uitdrukt via de lach. Alzo hebben we de indruk dat er altijd blijdschap is.
Om het anders te zeggen: ik druk pijnlijke emoties uit in een komieke stijl. Enerzijds is vreugde een gevoel dat voor iedereen aanvaardbaar is. Anderzijds, als men mijn schilderijen lang genoeg bekijkt, voelt men dat ze droefheid en smart uitdrukken.”

Great Joy (1993)
 

“Een ander thema uit mijn jeugd is in de rij staan, terwijl iedereen dezelfde kleren draagt.
De mensen staan lachend in de rij: het is dus een jolige scène. Er is een vrolijke ambiance om aan deze of gene activiteit deel te nemen maar uiteindelijk blijkt het resultaat deze mensen niet tevreden te stellen.
Mensen van een andere cultuur hebben moeite om dat te begrijpen maar in mijn herinnering is dit wel degelijk het echte leven.”

“Met mijn werk heb ik een onmetelijke denkbeeldige ruimte geschapen.”

Yue Minjun, l’Ombre du fou rire
Fondation Cartier
261, bd Raspail, Paris
metro Raspail of Denfert-Rochereau

De tentoonstelling loopt nog tot 17 maart 2013
 

Kamp 99

“Les quatre livres”  四书

Yan Lianke

In 1958 lanceert Mao Zedong zijn meest krankzinnige project: de Grote Sprong Voorwaarts.  Als gevolg hiervan zouden zowat 40 miljoen Chinezen door hongersnood omkomen. Het officiële Chinese cijfer is 14 miljoen doden.
 
Yan Lianke schreef een boek over de verschrikkelijke gevolgen van de Grote Sprong Voorwaarts.
Hij gaf het de titel “Sishu”
四书. Het werd het eerst naar het Frans vertaald als “Les Quatre Livres”. Het onderwerp was volledig taboe en is het nog. In dit boek heeft Yan zichzelf geen autocensuur opgelegd (zoals bijvoorbeeld in zijn “Dream of Ding Village” dat AIDS als onderwerp heeft en dat uiteindelijk in China toch publicatieverbod kreeg). Daarom werd het, zoals de meeste van Yans boeken, niet in China mainland uitgegeven maar in Hong Kong. Maar Yan Lianke is tevreden dat hij, in tegenstelling tot zoveel Chinese schrijvers, het boek heeft kunnen schrijven dat hij wou schrijven.


De Grote Sprong Voorwaarts startte met een wedren naar de industrialisatie: Mao wou Engeland en Amerika op industrieel vlak inhalen maar ook en vooral niet op zijn beurt zelf ingehaald worden door de Soviet Unie. De succesvolle afvuringen van Sputnik I en II in 1957 waren hem een doorn in het oog.


De Grote Sprong Voorwaarts hield verregaande economische hervormingen in, naar socialistisch model, om van China een supermacht te maken.
De instelling van de communes, waarin boeren en arbeiders moesten samenwerken en waar het moeilijk was om voorraden verborgen te houden, en de industrialisatie waren de belangrijkste punten van de Sprong.
De staalproductie moest verdubbeld worden tot 10,7 miljoen ton staal voor 1958 en daarna naar 30 miljoen ton per jaar. Door enkel de bestaande productie in hoogovens op te voeren en hoogovens bij te bouwen zou de staalproductie niet snel genoeg stijgen. Daarom werd van de boeren en arbeiders geeist dat ze al het metaal dat ze bezaten zouden smelten in door henzelf gebouwde dorpshoogovens. Dit ging van eetgerei en woks tot zelfs landbouwwerktuigen.


De Grote Sprong Voorwaarts werd één grote mislukking. Het leverde geen staal op maar integendeel onbruikbaar ijzer. Doordat de bevolking met de ijzerproductie bezig was en geen tijd meer had om op het land te werken, was de oogst een fiasco. Dit leidde tot hongersnood. “ Drie moeilijke jaren” die zelfs culmineerden in kannibalisme. De journalist Yang Jisheng bracht onlangs een boek uit, “Steles”, een hulde aan zijn vader die in 1959 van honger stierf.
                                


Wat Yan Lianke in zijn boek vooral aan de kaak stelt is niet alleen de grote hongersnood en de “abnormale sterfgevallen” maar vooral de vervolging van de intellectuelen die startte met Mao’s Honderd Bloemen campagne.
De personages die in Yans roman centraal staan zijn intellectuelen die in het kamp 99 “heropgevoed” worden.


Yan noemde zijn meesterwerk “De Vier Boeken”. Daarmee verwijst hij naar de vier confucianistische klassieken. Maar tegelijk roept de titel de vier evangelies op. Een prachtige vermenging van de Chinese en de westerse godsdienst, filosofie en cultuur.

De vier boeken zijn vier verhalen met elk een titel, wat ongebruikelijk is in de chinese literatuur:
“L’enfant du Ciel” is een anoniem relaas in bijbelse stijl
“Le vieux lit” vertelt dekampherinneringen van een gedetineerde intellectueel
“Des criminels” is een gedenkboek van de handelingen van de gevangenen
“Le nouveau mythe de Sisyphe” verwijst naar de legende, maar dan aan de hand van een subversieve herlezing ervan.


Yan heeft zijn roman lang in zich gedragen.
Alles begon in 1990. Yan was toen nog in het leger. Vrienden kwamen terug van een patrouille in Gansu. Daar hadden ze in het zand mensenbeenderen gevonden. Na onderzoek bleken het de resten van intellectuelen uit heropvoedingskampen te zijn: ze waren slachtoffer geweest van de Grote Hongersnood.
Na een rijpingsproces van twintig jaar vond de schrijver dat hij er eindelijk een boek over kon schrijven, zonder zelfcensuur. Hij heeft het snel geschreven: in vijf maanden was het af.


De roman is hard. Sommige passages zijn afgrijselijk om te lezen.
Maar het is prachtig geschreven, en heel mooi vertaald door Sylvie Gentil.
De Engelse vertaling is voorzien voor dit jaar. Hopelijk volgt ook een nederlandstalige versie.

Les Quatre livres
Yan Lianke
Philippe Picquier, 2012