萬紫千紅Een zee van kleur in de Verboden Stad

Vorige maand nodigde mijn vriendin Su Ren me uit om samen een tentoonstelling te bezoeken in het museum van de Verboden Stad in Beijing.
Su Ren is een artieste: ze schildert in de traditionele stijl ‘sanshui’ ofte ‘bergen en water’, en haar favoriete schilder is Qi Baishi ( 齐白石1864-1957 ).
Ik stemde enthousiast op haar uitnodiging in: ik zou een prima privé gids hebben!

We gaven elkaar afspraak, om 9 uur, aan de oostelijke poort van de Verboden Stad. Langs daar ga je binnen zonder een bezoek aan de hele Verboden Stad te moeten betalen. De tickets voor de tentoonstelling kocht Su Ren online; de dag voordien werden er niet minder dan 80.000 gekocht!

De themata van de tentoonstelling waren, naast enkele culturele relikwieën, rollen met bloemen en bomen en in de meeste gevallen natuurlijk ook kalligrafie. De rollen waren voornamelijk uit de Song-, de Ming- en de Qingdynastie.
Maar het meest bijzondere was dat deze werken, het bezit van de keizers, nooit eerder aan het volk werden getoond!

De werken werden in drie zalen tentoongesteld: 四十写生, ‘stillevens in de vier seizoenen’ met verfijnde realistische rollen, 清雅逸趣, ‘verfijnde en elegante smaak’ ter ere van geleerden  , 寓情寄意, ‘met beste emotionele groeten’ waar bloemen en bomen een weerspiegeling zijn van emoties en voorspoed…

Vele rollen dragen zegels, het zijn de zegels van de (verschillende) verzamelaars. Vele grote zegels behoren toe aan de keizer die zich niet inhield om ze in plaats van rond het werk ze op de tekening te plaatsen, vooral keizer Qianlong 乾隆 (1736-1795), vierde keizer van de Qingdynastie.

 

Ik leer dat, wanneer je het karakter , chen, ziet, deze rol speciaal voor de keizer werd gemaakt, en dus van heel hoge kwaliteit is.
Ik leer dat de schilderijen vóór de Qing, 淡雅danya zijn, eenvoudig maar elegant terwijl deze uit de Qingdynastie, 富贵 fugui zijn, rijk en edel en dat de werken uit de Songdynastie (960-1279) de mooiste zijn…

 

Su Ren en ik brachten de hele dag door met het bewonderen van deze prachtstukken die op het einde van de maand terug naar hun bewaarplaats zouden terugkeren. Om 17 uur verlieten we de Verboden Stad, doodop maar zo gelukkig!