Drunken poets 醉诗人 (3)

Li Bai, over wie ik het had in de vorige blog, was heel beroemd en heel geloofd om zijn geniale dichtkunst.
Tegenover hem stelt men dikwijls zijn iets jongere tijdgenoot Du Fu 杜甫 (712-770), die zijn leven lang een grote bewondering voor Li Bai koesterde. In tegenstelling met Li Bai bouwde Du Fu slechts een bescheiden ambtelijke carrière op nadat hij had gefaald in de keizerlijke examens.

Een opstand geleid door een favoriet van de Tangkeizer Xuanzong 宣宗,  generaal An Lushan 安禄山 (703-757), werd gevolgd door acht jaar burgeroorlog. Du Fu vluchtte toen naar de toenmalige hoofdstad Xi’an. Eerst werd hij er gevangen genomen, nadien leidde hij een leven van omzwervingen en ballingschap. Pas nadat de rebelse generaal werd vermoord, door zijn eigen zoon dan nog, kon Du Fu terug naar huis…
Du Fu behaalde uiteindelijk dan toch een plaats als regeringsambtenaar, maar niet voor lang: zijn gedichten vol kritiek over sociale problemen ontstemden de keizer die hem zijn officiële ambt ontnam.
Du Fu’s hoogstaande levenshouding in zijn ambtelijke carrière en zijn sociaal en politiek bewuste poëzie, hebben hem later de eretitel shi heng (de heilige in de poëzie) bezorgd.

 

Het gedicht dat ik vertaalde, schreef Du Fu op het eind van zijn leven; hij verbleef toen in Chengdu.

Jue Ju (2)*

Vóór zonsondergang zijn de rivieren en heuvels mooi,
De lentewind draagt de geur van bloemen en gras.
De modder is ontdooid, zwaluwen vliegen rond,
En op het warme zand slapen mandarijneenden.

  • Jue ju 绝句 is het chinees voor kwatrijn


(wordt vervolgd)