Het doorbreken van de helpoort en het oproepen van de ziel 破地狱门 灵魂召唤


Beide rituelen maken integraal deel uit van taoïstische begrafenisrituelen. Ze zijn erop gericht de juiste reis van de ziel van de overledene naar het hiernamaals te verzekeren.

Het ‘doorbreken van de helpoor’t is een van de meest diepgaande ceremonies in de taoïstische ‘dood rituelen’. Volgens het taoïstische geloof kunnen zielen die ernstige zonden hebben begaan na hun dood gevangen raken in één van de meerdere lagen van de hel en er gekweld worden. Het doel van dit ritueel is die gekwelde zielen een kans te bieden op verlossing, bevrijding en reïncarnatie door de poorten van de hel te openen. Taoïstische priesters leiden de ceremonie door machtige godheden, zoals de tien Yamakoningen van de onderwereld, aan te roepen, door geschriften te zingen en door symbolische offers te verbranden. Hierbij gebruiken ze talismannen, reciteren ze en ‘dansen’ ze rond en over een vuur dat ze hebben aangestoken op de grond. Met zwaarden slaan ze daarbij hevig heen en weer en maken brokken. Dit ritueel omvat ook het verbranden van offers, meestal in de vorm van papieren beeltenissen, fake papieren geld alsook voedsel. Deze worden verbrand om ervoor te zorgen dat de geesten van de overledenen de nodige middelen hebben om door de poorten van de hel te gaan en om hen aldus bij te staan op hun reis naar het hiernamaals.

Het ‘oproepen van de ziel’ wordt uitgevoerd om een verloren of dwalende ziel bij ernstige ziekte of bij coma terug te vinden. De menselijke ziel bestaat uit de ‘Hun’, de etherische ziel en de ‘Po’, de lichamelijke ziel. De Hun blijft bestaan na de dood, de Po niet. Bij trauma, ernstige ziekte of coma kan de Hun verzwakt raken of van het lichaam afdwalen, met fysieke of mentale symptomen tot gevolg. Taoïstische priesters gaan dan de ziel terugroepen naar het lichaam door middel van bezweringen, zang en het branden van wierook, soms ook met spiegels, waarvan men meent dat ze de geestenwereld weerspiegelen.

Deze twee rituelen dienen als bruggen tussen werelden waar de levenden, de doden en het goddelijke elkaar kruisen en ontmoeten.
Beide rituelen versterken de taoïstische idealen van harmonie en de eeuwige stroom van de Tao.