Maandelijks archief: juni 2011

5 Weeks in Beijing (8)

Siheyuan (2)
Drie bijzondere courtyards in Beijing

Beijing telt vele, mooie courtyards die een bezoek waard zijn, maar de volgende drie bezoek ik ieder jaar opnieuw.
Het zijn de woningen van de schrijvers Lao She, Lu Xun en van de operazanger Mei Lanfang, die er
een deel van hun leven doorbrachten. De courtyards staan onder bescherming van de stad Beijing en zijn musea geworden.

老舍Lao She (1899-1966)
东城区灯市口西街丰富胡同19号
(zie ook vroegere blog (24/8/2010) “Lao She: Ecrits de la maison des rats”)

De schrijver kwam hier wonen begin 1950, terug van zijn verblijf in de Verenigde Staten. Het zou zijn laatste woning worden: hij leefde er zestien jaar, tot aan zijn dood.
In deze siheyuan schreef Lao She 24 werken, waaronder zijn beroemde 茶馆Chaguan, het Theehuis.
In 1999 werd deze Memorial voor het publiek opengesteld. Dit was ter gelegenheid van de 100° verjaardag van zijn geboorte.

Vermeldenswaard is de kleine, houten yingbi die kleurrijk beschilderd is. In Beijing is zo’n yingbi zeldzaam. In de hoofdtuin staan twee kakibomen die Lao She zelf plantte in de lente van 1953. Iedere herfst hangen er zoveel vruchten dat het de naam 丹柿小院 danshi xiaoyuan, het tuintje met de rode kaki’s, had gekregen. Er staat ook een stenen pot waar de schrijver goudvisjes kweekte.
Het hoofdgebouw en het westelijk gebouw dienden als leefruimten. De westelijke erfang deed dienst als slaapkamer en bureau van de schrijver en heeft nog steeds de oorspronkelijke meubels. Het staat open voor het publiek. De oostelijke en westelijke kamers zijn nu tentoonstellingsruimten geworden waar manuscripten, boeken, foto’s… een reflectie zijn van Lao She’s leven en schrijverscarrière.

“ Hij is geboren en getogen in Beijing, hij stierf in Beijing en wijdde zijn leven aan het schrijven over Beijing” zei Hu Jieqing , zijn echtgenote.

鲁迅Lu Xun (1881-1936)
西城区阜成门内北街宫门二条19号
(zie ook vroegere blog (30/11/2010) “Lu Xun: La véritable histoire d’Ah Q”)

Lu Xun kocht de siheyuan in februari 1923. Alles was in ermbarmelijke staat. Hij legde de tuintjes opnieuw aan en herstelde de woonvertrekken. In mei het jaar daarop betrok hij het met moeder en vrouw. De schrijver leefde er slechts twee jaar en drie maanden en schreef er o.a. 野草 Yecao, Wild Grass.
Na 1949 (° Volksrepubliek China) schonk zijn vrouw, Xu Guangping, de courtyard aan de staat. Op 19 october 1956 werd het één van de Lu Xunmusea.

Vergeleken met andere courtyards is deze tamelijk klein. Lu Xun plantte in de hoofdtuin een lila sering en in het achtertuintje (achter gebouw 7; zie plan siheyuan in vorige blog ) een stekelige pruimelaar, net naast zijn slaapkamer/bureau, de “ Staart van de Tijger”. Dit werd door de locals zo genoemd omdat dit extra kamertje van amper 10 m2 als een staartje uitsteekt achter het hoofdgebouw. Het meubilair bestaat uit eenpersoonsbed en een bureau met daarop een olielamp en een oude wekker. Aan de muur hangt een foto van Lu Xun en zijn Japanse leraar, Fujino Genkurou.

Naast de siheyuan ligt een heel mooi museum met meubels en persoonlijke objecten, foto’s, onuitgegeven manuscripten en brieven die de schrijver na zijn dood achterliet.

梅兰芳 Mei Lanfang (1894-1961)
西城区护国寺街9号

Mei Lanfang is waarschijnlijk dé grootste vertegenwoordiger van de Beijingopera. In 1993 kwam Chen Kaige’s bijzondere film uit,Farewell my Concubine, een geromanceerde versie van Mei Lanfangs’ leven. Ik post heel weldra een blog over deze beroemde operazanger.

Mei leefde in deze grote courtyard van 1949 (° Volksrepubliek China ) tot 1961, het jaar van zijn overlijden. In 1986 werd het opengesteld voor het publiek. Boven de ingang hangt een opschrift van Deng Xiaoping: “ Gedenkmuseum Mei Lanfang”. Rechtover de ingang prijkt een witte marmeren buste van de acteur.

Deze siheyuan is heel verschillend van de vorige, waar de soberheid bijna aan de armoede grenst. Hier straalt een sfeer van elegantie en verfijning. Twee kakibomen en twee wilde appelaars, symbolen van vrede, sieren de binnentuin.De mooie roodgelakte zuilen versierd met kleurrijke tekeningen, het geraffineerde meubilair, calligrafieën, werken van erkende schilders en van hemzelf, zijn bibliotheek en vooral zijn rijkelijk geborduurde opera outfits weerspiegelen de weelderige levensstijl van Mei Lanfang. Heel interessant zijn de videobeelden met snapshots uit zijn leven en de mooie DVD van zijn artistieke carrière, die op de muur geprojecteerd wordt en die bij de ingang te koop is.

Na een wandeling door deze courtyard heb je slechts één wens: de avond zelf een opera bijwonen…

5 Weeks in Beijing (7)

Siheyuan (1)

四合院

De siheyuan of courtyard is de Chinese traditionele woning die je overal in het land kan aantreffen maar het meest typerend is voor Beijing. Het is een ommuurde rechthoekige ruimte: een tuin(tje) omringd door vier gebouwen. De siheyuan was in de loop van de geschiedenis het basismodel voor woningen, paleizen, tempels, kloosters … Deze rechthoekige bakstenen woning die meestal gelijk is met de begane grond, is gebouwd volgens een noord-zuidelijke as; de vier hoge muren die de binnentuin omringen zijn elk gericht naar de vier windstreken.

Plan van een siheyuan

1. 宅门zhaimen: hoofdingang
2. 影壁yingbi: schermmuur achter de ingang om het zicht af te sluiten. Soms bestond de yingbi uit een verplaatsbare houten scherm dat bovenaan afgewerkt was met een sierdakje
3. 倒座房daozuofang: kamers rechtover het hoofdgebouw (voor personeel)
4. 外院waiyuan: buitentuin
5. 垂花门chuihuamen: tweede ingang met bloemenportiek
6. 庭院tingyuan: hoofdtuin
7. 正房zhengfang: hoofdgebouw voor de ouders
8. 东厢房dongxiangfang: oostelijke kamers voor de familie van de oudste zoon (die meestal groter zijn dan de westelijke)
9. 西厢房xixiangfang: westelijke kamers voor de familie van de jongere zonen
10. 耳房erfang: zijkamers voor de kleinkinderen
11. 后罩房houzhaofang: achterkamers voor de ongehuwde dochter(s). Dit was de enige plaats waar een tweede verdieping mocht gebouwd worden.

Laten we een korte wandeling maken door een courtyard

De hoofdingang (1) ligt steeds in de zuidoostelijke hoek. Dit werd bepaald door de principes van de fengshui en de Acht Trigrammen als een gunstig voorteken dat rijkdom zou brengen aan de familie.
Eens de ingang gepasseerd komen we voor een schermmuur (2) te staan. Deze is dikwijls mooi versierd en is bedoeld om boze geesten af te houden en de bewoners privacy te verlenen.
Ten westen van de hoofdingang ligt een buitentuintje (4) met, ten zuiden ervan, de vertrekken (3) voor het personeel,de keuken, de accountsroom en de bergruimte.
Naar het noorden toe passeren we de tweede ingang (5) waarvan de zuilen versierd zijn met bloemfestoenen. Zij scheiden de buiten-en binnenkoer van elkaar.
Dan komen we in de hoofdtuin (6) die verfraaid is met (meestal) vier bomen waarvan één met groenblijvende bladeren en één met bloeiende bloemen. Dikwijls zijn er ook bloemen en planten. Soms zie je er ook goudvissen in een elegante stenen bak rondzwemmen. Een ideale plek om tot rust te komen want de tuin is volledig afgesloten van het rumoer en de stof van de straat. Ten oosten en ten westen ervan heb je toegang tot de kamers van de zonen (8 en 9). En ten noorden van die binnentuin ligt het woongedeelte van de ouders (7). Dit is het voornaamste gebouw, en is naar het zuiden gericht. Het bestaat meestal uit drie tot vijf kamers die dienst doen als woonkamer, eetkamer en slaapkamer, studievertrek… Dit woongedeelte wordt links en rechts geflankeerd door zijkamers voor de kleinkinderen (10), de Chinese naam daarvoor is: “oorkamers” want op plan lijken ze wat op oortjes aan weerszijden van het hoofd…
Via een minikoertje komen we tenslotte in de achterkamers voor de dochters (11). Zo’n ligging maakte het hen bijna onmogelijk om het huis ongemerkt te verlaten…
Rijke families beperkten zich niet tot één courtyard maar lieten er meerdere bouwen na elkaar of langs beide zijden van de hoofdas (二进 er jin: tweede huis 三进 san jin: derde huis…).

Zoals je kan afleiden is de structuur van de siheyuan de weerspiegeling van de familiale en sociale hiërarchie. De coutyard, symbool voor de familie en de leefruimte, werd gebouwd volgens de principes van de confucianistische code. Deze code, gebaseerd op de cosmische orde en de hiërarchie tussen meerdere en mindere, gaat terug tot ong. 500 v-Chr. Zij is nog steeds een essentieël element van de familie en de chinese gemeenschap.

Volgens een telling in 2008 zou Beijing toen nog 400.000 courtyards rijk geweest zijn…

In mijn volgende blog zal ik het hebben over “historische” courtyards.