Maandelijks archief: mei 2018

Bingmayong 兵马俑

Ik ben net terug uit Xi’an 西安 waar ik het Bingmayong, bij ons beter bekend als het Terracottaleger, ging bezoeken. Mijn lang gekoesterde droom werd plots werkelijkheid!

Met zijn oppervlakte van 20 ha is het Bingmayong het grootste in situ museum van China.

Het Terracottaleger wordt toevallig ontdekt door landbouwers die op 29 maart 1974, in het dorpje Xiyang, een irrigatieput boren. De archeologen beginnen hun opgravingen het jaar daarop, in juli 1975. Een maand later beslist men een in situ museum te bouwen: het Terracottaleger van Qin Shi Huangdi 秦始皇帝. Het mausoleum bestaat voor het ogenblik uit drie grafkuilen met, naast 8000 soldaten en paardenknechten  ook nog bronzen koetsen en paarden.

Het Terracottaleger trekt jaarlijks twee miljoen bezoekers aan.

Qin Shi Huangdi was de eerste keizer van China. Hij besteeg de troon in 247 v.C., op dertienjarige leeftijd. Zijn moeder handelde de staatszaken af tot zijn meerderjarigheid.
Toen Qin Shi Huangdi aan de macht kwam, bestond China uit zeven koninkrijken waaronder het koninkrijk Qin. Het Qin leger onderwierp de zes andere koninkrijken en Qin Shi Huangdi unificeerde China alzo tot één groot rijk. Naast de politieke unificatie zorgde hij ook voor de economische, militaire en ideologische unificatie.
Qin Shi Huangdi heeft ook de vestingmuren, gebouwd door de verschillende koninkrijken, laten verbinden tot één Lange Muur van 10.000 li (= 5.000 km).

De eerste keizer van China begon de constructie van zijn mausoleum kort na zijn troonsbestijging: dit nam 39 jaar in beslag en zou een grandioos wereldwonder worden. Meer dan 700.000 arbeiders werkten aan de constructie, ze maakten 8.000 levensgrote soldaten wier gezichten allemaal verschillend waren…

Maar waarom is elke krijger uniek?

Ten tijde van Qin Shi Huangdi was de praktijk van de xun 殉 heel gebruikelijk. Xun betekent: volgen tot in het graf. Koningen, prinsen, hertogen, werden begraven samen met hun levende echtgenotes, slaven, dienaars, krijgers…
Op die manier zouden ze in hun leven na de dood verder gediend en beschermd worden.

Qi Shi huangdi was de eerste die weigerde dat zijn gevolg en zijn leger samen met hem levend begraven werden. Daarom liet hij een Terracottaleger maken dat hem in het hiernamaals zou beschermen. Opdat zijn leger er zo echt mogelijk zou uitzien, moest elke krijger uniek zijn, niet alleen qua gelaatstrekken maar ook qua uniform…
Dank aan de eerste keizer van China dat we, dankzij zijn barmhartigheid, meer dan 2.000 jaar later zijn grandioze leger mogen bewonderen!
Het graf van de keizer is nog niet opengemaakt, wat staat ons daar te wachten?

 

Tulou, 土楼 een lemen woningcomplex

In een van mijn vorige blogs sprak ik over de Hakka en de vijf migraties waartoe ze gedwongen werden.
De derde migratie startte rond 1171, toen een steeds groeiend aantal bandieten de provincie Fujian onveilig maakten.

Gelukkig vluchtten ze niet allemaal! De moedigsten onder hen bouwden woningen gemaakt van een mengsel van aarde, steen, bamboe en hout: echte versterkte burchten die meestal rond waren maar soms ook vierkant en die onderdak konden geven aan grote families; tot 800 mensen konden er wonen!
De meeste van die tulou’s werden gebouwd tussen de 12° en 20° eeuw.

Een tulou is drie à vier verdiepingen hoog en heeft muren met schietgaten die tot 1,8 m dik kunnen zijn.
Het ‘huis’ is goed geventileerd, het is warm in de winter en fris in de zomer en is bestand tegen stormen en aardbevingen. Het heeft meestal maar één houten deur die dikwijls verstevigd is met een ijzeren plaat.

De meest indrukwekkende tulou ligt in het dorpje Gaobei en maakt sinds 2008 deel uit van de UNESCO World Heritage Sites.
Deze tulou werd redelijk laat gebouwd, in 1705.


Hij is rond, bestaat uit vier concentrische ringen rond een centrale open binnenplaats en is drie verdiepingen hoog. De gelijkvloerse verdieping omvat de keukens van de families, op de eerste verdieping wordt het graan gestockeerd, op de tweede en de derde verdieping liggen de leefruimten en de slaapkamers. In totaal zijn er 370 kamers. Deze tulou heeft twee hoofdingangen en twee zij-ingangen.

De oudste en hoogste tulou ligt in Shuyan: hij werd in 1308 gebouwd en telt vier verdiepingen.

 

Heel interessant is de lay-out van de tulou die heel sterk doet denken aan die van de siheyuan in Beijing (zie blog 13 juni 2011). Beide werden ze gebouwd naar de Chinese woningtraditie van ‘gesloten van buiten, open van binnen’.


En net als de siheyuan worden de tulous bewoond door alle takken van eenzelfde familieclan: één dak als symbool voor eenheid en bescherming.
Werd de clan nog groter? Dan werd aan de buitenkant nog een ring errond gebouwd. Eenvoudig toch!