Maandelijks archief: mei 2013

Meningsuiting in de media

Een artikel van Yu Hua (2)

Hierbij het vervolg van mijn vertaling van Yu Hua’s artikel “De verschillende facetten van de Chinese censuur”.

“De censuur tov de pers is soepelder dan die tov de film, maar strenger dan die tov de boeken.Dit is omdat de communstische partij een groter belang hecht aan de controle van de pers ( “ journalisme is de spreekbuis van de regering”).
Maar de censuur is daar weer wat soepelder dan voor de film, omdat de pers zijn weg moet maken op de markt. Kranten hebben nood aan inkomsten van  publicaties en publiciteit en publiceren dus reportages van maatschappelijke problemen en onrechtvaardigheden, daar de lezer zulke arikels graag mag. In het verleden kreeg de pers regeringssubsidies en was ze de regering politiek en economisch veel verschuldigd. Nu hoeven ze de regering niet meer dankbaar te zijn en het aanwenden van politieke connecties wordt hoe langer hoe meer onbetrouwbaar. Zonder economische basis gaat een dergelijke onderneming wankelen.


Gedurende vele jaren publiceerde Southern Weekend, een krant van Guandong, kritische artikels over misdaad en corruptie en streefde naar meer transparantie, ze werd één van China’s meest populaire kranten. Op een heel handige manier bracht ze schandalen uit andere provincies  aan het licht met als resultaat dat de lokale censoren toegevender werden.
 Kranten van overal in China begonnen een voorbeeld te nemen aan Southern Weekend, en stuurden reporters naar andere provincies die daar het negatieve beklemtoonden terwijl ze positief nieuws van hun eigen provincie brachten.

In januari senibiliseerden betogingen tegen de censuur van Southern Weekend de publieke opinie: dit was een zeldzaam fenomeen. Een, zoals die demonstraties in China genoemd worden, “massaconflict” over de media. Een hoofd van de propaganda dat uit Beijing was geparachuteerd, had zich op zo’n grove manier in het routinewerk van de redactie bemoeid dat hij een betoging bij de redacteurs en de reporters uitlokte. Andere kranten van de provincie Guandong supporterden de demonstranten. Op Internet was de aanval nog heviger.
Dit incident werd snel geneutraliseerd. De krant werd verder uitgegeven. De autoriteiten engageerden zich vaag tot een soepelere censuur maar ondernamen stil represailles tegen degenen die positie hadden genomen.
Het conflict resulteerde finaliter in een overwinning van de regering maar de censuur had, voor het eerst in tientallen jaren, een grote weerstand ondervonden van de pers die vanaf dan minder dociel werd.

Ooit grapte ik op Weibo ( nvdr: de Chinese Twitter) over het verband tussen de filmcensuur en de food safety.
 

Iemand zuchtte met ongenoegen: “het probleem van de food safety in China herhaalt zich telkens opnieuw, hoe kan het opgelost worden?

Ik antwoordde lachend:” dat de food safety op dezelfde krachtige en dynamische manier wordt gecensureerd als de film, dat de voedselinspectie net als de filmcensuur gestadig tracht haar werk te verbeteren, nog meer te muggeziften, en het probleem van de food safety zal snel opgelost zijn.”

Deze uitspraak lokte 12.0000 reacties op. Een antwoord luidde als volgt:

Ik heb dé oplossing gevonden: geef opdracht aan de verantwoordelijke censors van film, pers en boeken om censuur uit te oefenen op het voedsel en geef opdracht aan de voedselinspecteurs om film, pers en boeken te censureren. Alzo zal er in China vrijheid van meningsuiting zijn en zal er food safety zijn.”

 

Meningsuiting in de media

Een artikel van Yu Hua (1)

 Het zoveelste voedsel schandaal dat China teistert inspireerde Yu Hua
(°1960, Hangzhou), één van China’s belangrijkste auteurs, om een pamflet te schrijven over een mogelijke wisselwerking tussen de censuur en de food safety in China.

Hierbij mijn vertaling van zijn artikel “ De verschillende facetten van de Chinese censuur”.

“De Chinese censuur komt bij ons over als een strenge, rigiede macht waarmee niet te lachen valt. In werkelijkheid wordt ze op verschillende media toegepast… die veelal met elkaar in tegenspraak zijn. Een roman kan in China gedurende 20 jaar heel goed verkopen terwijl de film die naar deze roman is gemaakt gedurende diezelfde 20 jaar verboden wordt.

Dit komt wat vreemd over maar in feite is het heel eenvoudig uit te leggen.  China heeft meer dan 500 uitgeverijen, elke uitgeverij heeft haar eigen hoofduitgever (die tegelijk zijn eigen censor is). Wordt een boek door een uitgeverij geweigerd dan is er toch nog kans dat het door een andere uitgeverij wordt uitgegeven.
Voor de film is dat anders. Slechts wanneer het hoofdkwartier van Beijing’s grote staatsfilmindustrie tevreden is mag een film gereleased worden. Het is genoeg dat één filmafdeling zijn veto stelt of de film heeft nooit meer een kans om vertoond te worden.


De verschillende vormen die de Chinese censuur kan aannemen zijn te wijten aan economische belangen, niet aan de regering.
Chinese uitgeverijen werden vroeger door de regering gefinancieerd,  maar sinds vele jaren worden ze op een commerciele basis gerund. De druk die de verantwoordelijke van een uitgeverij ondervindt is zuiver commercieel: hij moet zoveel mogelijk winst maken. Zelfs indien een boek een politiek risico loopt, zal de uitgever toch, indien het boek kans maakt om een bestseller te worden, het risico willen nemen om het uit te geven.

 Natuurlijk hebben uitgeverijen ook hun limieten zoals het Tiananmen incident van 1989 bijvoorbeeld, dat taboe is. Maar de beperkingen op het domein van het boek zijn minder groot dan op die van de film.
De reden daarvan is dat de filmcensoren heel verschillend zijn van de uitgevers: ze hoeven zich geen zorgen te maken om winst. Elke filmscenario moet censuur ondergaan, pas nadien mag het  verfilmd worden. De censoren worden steeds strenger. Want zelfs indien ze een filmscenario censureren zal hun wedde er geen invloed van ondervinden. Waarom zouden ze dan politieke risico’s nemen? Dat is de reden waarom  de Grote Culturele Revolutie en andere gevoelige onderwerpen  dikwijls in boeken bediscussieerd worden, maar in films nog steeds verboden zijn.

TV censuur is relatief gezien minder streng. De directeurs van TV zenders beslissen zelf wat ze uitzenden alhoewel het ministerie van propaganda dikwijls verandering eist in de programma’s die aan het  lopen zijn.
In tegenstelling daarmee oefent de regering uiterst strenge controle op China Central Television, de staatstelevisie. Lokale zenders hebben wat meer vrijheid. Het nieuwsprogramma wordt streng gecontroleerd,ontspannings- en sportprogramma’s krijgen wat meer vrijheid.”

(wordt vervolgd)