Maandelijks archief: februari 2011

Detectiefje in een boeddhistisch klooster

Mon petit coin du monastère

北北Bei Bei

Douzi, de verteller, is “toiletheer” in het Noord-Westelijk deel van het vermaarde boeddhistische Drakenklooster in Peking. Hij leeft en slaapt in de toiletruimte, maar dat is uit financiële overweging.
Douzi is gescheiden en heeft een zoon met wie hij steeds minder contact heeft. Douzi heeft ook geen sociaal leven. Hij probeert wat geld bij te verdienen door toiletpapier te verkopen aan wie er geen op zak heeft (in China is er geen toiletpapier in de WC’s; je moet er dus bijhebben of vragen/kopen).
Douzi heeft zich neergelegd bij zijn nederige levensbestemming tot op een dag Mi Weicang opdaagt.
Mi Weicang is zijn jeugdvriend uit een hogere sociale klasse. Douzi keek er altijd zo naar op.
Het is reeds twintig jaar geleden dat ze elkaar nog gezien hebben.In tegenstelling met Douzi heeft Mi Weicang het helemaal gemaakt in het moderne China. Maar hij bevindt zich momenteel in een impasse en vraagt Douzi hem voor een tiental dagen onderdak te verlenen.
Douzi, steeds onder de indruk van zijn succesvolle vriend, aanvaardt zonder vragen te stellen.
Maar als de tien dagen verstreken zijn, maakt Mi Weicang geen aanstalten om te vertrekken. Tot Douzi, op een dag dat hij zijn klooster verlaat om naar de supermarkt te gaan, er een affiche ziet met daarop… de foto van zijn vriend…

Dit leuk en cynisch detectiveverhaaltje schetst met veel humor de moderne Chinese maatschappij: enerzijds is ze geobsedeerd door financieel succes, anderzijds is ze nog sterk getekend door de culturele revolutie. Douzi is socialist in hart en ziel. Hij heeft schrik voor het regime en wordt gedreven door toewijding en opoffering voor zijn land; wat niet belet dat hij zich laat verleiden door de kapitalistische geest: hij verhoogt zijn maandloon met de verkoop van toiletpapier.
De wrange humor die uit deze novelle straalt was blijkbaar subtiel genoeg om de Chinese censuur net niet te krenken en het verhaal mocht dus in China gepubliceerd worden.

Bei Bei (°1961 in de provincie Fujian, Zuid-China) is de schuilnaam voor Lin Lan 林岚 (nevelsluier in het bos). Ze stond zeven jaar in het onderwijs waarna ze zich overgaf aan haar passie, de literatuur. Als jonge schrijfster koos ze de schuilnaam Bei Bei (Bei betekent: het Noorden) omdat zij, een Chinese uit het Zuiden, gefascineerd was door de grote vlakten van Mongolië. Haar eerste novellen verschenen in 1983.
Met ouder worden begon ze haar schrijversnaam wat pueriel te vinden want in ’t Chinees roept Bei Bei een kleine panda op of één van de Olymische mascotten.
Ze besloot dus een compromis te sluiten tussen haar echte naam en haar vroegere schuilnaam. Sinds maart 2008 heet ze Lin Nabei 林那北.

“Mon petit coin du monastère” verscheen in 2005 in het tweemaandelijks tijdschrift Renmin wenxue (Volksliteratuur) en werd vorig jaar prachtig vertaald door Françoise Naour.

Mon petit coin du monastère
Bei Bei
Gallimard, collection Bleu de Chine, 2010
ISBN 978-2-07-012854-9

Van wilde tijger naar tam konijn

农历新年

Chinees nieuwjaar

Vandaag eindigt het jaar van de tijger: het jaar van het konijn is aangebroken. Dit zal duren tot 22 januari 2012.

Het traditionele Chinese nieuwjaar valt ieder jaar op een andere datum (alle traditionele feesten volgen de maankalender). Die datum varieert tussen 21 januari en 20 februari en valt in 2011 op 3 februari.
Nieuwjaar noemen de Chinezen 春节 chunjie, het lentefeest. Dit is het belangrijkste feest van het jaar en de Chinezen krijgen daarvoor een week vakantie.
Tijdens de nieuwjaarsperiode is het treinverkeer heel druk want de familieleden van één gezin, die zowat over het land zijn verspreid, willen feestvieren in familieverband. Mensen reizen soms dagenlang, dikwijls rechtstaand want er is geen zitplaats voor iedereen. Ze zijn geladen met geschenken en etenswaren. Nieuwjaar is dé periode van de familiereünie.
De fatidieke datum wordt vele dagen bij voorbaat aangekondigd door voetzoekers: hun knallend geluid moet de boze geesten verjagen.
Nieuwjaarsdag start om 00:00 uur met een prachtig vuurwerk. Onophoudelijk worden vuurbloemen afgevuurd (vorig jaar was ik op nieuwjaar in Beijing en mijn kamer was vol zwaveluitwasemingen!). Het vuurwerk houdt twee weken aan. Het lantaarnfestival betekent het einde van de feesten.

Tradities
* vóór nieuwjaar ondergaat het huis een grote schoonmaak. Nadien worden alle bezems weggeborgen: zo
voorkomt men dat eenieders geluk en voorspoed zou weggeveegd worden.
* het reüniediner is rijk en uitgebreid want dit is de belangrijkste maaltijd van het jaar. De Chinezen blijven de
hele nacht op: dit noemt men 守岁shousui. Hiermee wordt de ouders een lang leven toegewenst.
In het Zuiden van China is de specifieke dis, 年糕 niangao, een soort gestoomde cake gemaakt van
kleefrijst of rijstbloem.
In het Noorden van het land eet men rond middernacht 饺子jiaozi, een soort ravioli met een heerlijke
vulling op basis van (meestal) varkensvlees (of groenten voor de boeddhisten).

 
 Het eten van de jiaozi rond dat uur van de nacht zou wel een specifieke betekenis hebben. In het oude
 China werd de dag ingedeeld in 12 periodes van 2 uren en die hadden alle een specifieke benaming. De
 periode tussen 23:00 uur en 1:00 uur werd 子时zishi genoemd.
 交jiao betekent “overdragen”, dus het overdragen of het overbrengen van de “zi”. Weer eens het bewijs
 van het belang van de homofonie in Chinese tradities en bijgeloof…
* 红包 hongbao: op nieuwjaarsavond krijgen kinderen een rood (kleur van de voorspoed) pakje of rode
omslag met geld die ze onder hun oorkussen steken en pas de dag daarop openen. Ook vrijgezellen 
krijgen zo’n symbolisch geladen cadeau: hoeveel geld erin steekt heeft niet zo’n belang, het is vooral een
symbool voor geluk en voorspoed.
* de 龙子舞longziwu of drakendans zal ervoor zorgen dat er genoeg regen valt in het nieuwe jaar.
de 狮子舞shiziwu of leeuwendans verjaagt de boze geesten en brengt geluk.
* net zoals bij ons brengt men familiebezoeken maar iedereen is uitgedost met nieuwe kleren.
* de voordeur wordt versierd met een 年画 nianhua, een soort naïeve poster die blijft hangen tot het het    
volgende jaar wordt vervangen door een nieuwe.

* de ramen worden versierd met 窗花 chuanghua of vensterbloemen in rode papercut.

* aan beide zijden van de voordeur hangen 春联 chunlian: dit zijn stroken rood papier of rode stof waarop telkens vier of meer karakters gecalligrafieerd zijn. Samen vormen ze een distichon, een tweeregelig vers dat een volledige zin vormt. Ze wensen voorspoed aan de bewoners van het huis.

Dit zijn maar enkele voorbeelden van tradities die niet alleen op het platteland maar ook in de moderne grootsteden nog steeds gevolgd worden.
Happy Chinese New Year!