De twee overblijvende stadspoorten van Beijing
Qianmen en Deshengmen
前门与德胜门
De stad was toen verdeeld in twee delen:
een noordelijke grote helft, de Binnenstad 内城, ook nog Tataarse Stad genoemd, deze bevatte de Keizerlijke Stad die op haar beurt de Verboden Stad omvatte;
een zuidelijke, kleinere helft: de Buitenstad外城.
In de Qingdynastie (1644-1911) worden de Han-Chinezen door de Mandsjoes uit de Binnenstad verdreven en worden verplicht in de Buitenstad te leven.
De zestien poorten omwalden de twee steden. De zuidelijke wallen en de poorten van de Binnenstad vormden ahw de grens tussen beide delen.
Elke poort (men门)van de Binnenstad had een heel specifieke functie.
Xizhimen西直门 werd gebruikt om water naar de Verboden Stad te brengen
Fuchengmen阜成门 werd gebruikt om de stad van kolen te voorzien
Langs Chaoyangmen朝阳门 werd het vuurhout aangevoerd
Deshengmen德胜门diende als passage voor legertroepen die Beijing verlieten
En Andingmen安定门 diende als toegangspoort voor de legertroepen
Generaals kwamen de stad binnen via Xuanwumen宣武门 maar de ministers gebruikten
Chongwenmen崇文门.
De afbraak van de stadswallen en poorten startte rond 1915. De afbraak bleef toen wel beperkt en had enkel als doel het verkeer vloeiender te maken.
De grote destructie greep plaats onder het bewind van Mao. Voor de communisten was het uitwissen van het verleden een manier om hun ideologische superioriteit in te stellen tegenover de traditie.
Op de plaats van de vernielde wallen en poorten werden een stadsring en een metrolijn gebouwd: metrolijn 2. Het bovenste deel van deze metrolijn werd in 1984 voor het publiek opengesteld. Na de constructie van het onderste deel werden de twee delen verenigd tot een volledige loop.
Lijn 1 (1969) daarentegen loopt onder Chang’anjie en verbindt het oosten en het westen van de stad.
Qianmen前门, de voorste poort, is de alledaagse naam voor Zhengyangmen正阳门: de Poort van de Middagzon.
Deze 42 meter hoge poort was de hoogstevan alle poorten van de stad.
Ze werd de eerste maal gebouwd in 1419 en werd geflankeerd door een boogschutterstoren.
Tijdens de Boxersopstand (1900) werd ze ernstig beschadigd toen de gealliëerden de stad binnenvielen. Ze werd herbouwd in 1914.
Ze werd gebouwd in 1437 en bestond uit een huis voor de wachter, een boogschuttertoren en ravelijnen. Het huis van de wachter werd vernield in 1921, de stadsmuur in 1969. Slechts de boogschuttertoren en de ravelijnen staan nog overeind. Daarin is het Museum van oude munten ondergebracht. De verzameling gaat van kaurisschelpjes en biljetten uit de 2° eeuw tot de huidige RMB.
Deshengmen wordt omringd door een brug en een overpass die het verkeer op de 2° ring naar de Badalingexpressweg leidt. Onnodig te beklemtonen dat het hier overdag heel druk is.
Tenzij uw numismatische nieuwsgierigheid heel groot is, geef ik u de raad de poort ’s nachts te gaan bezichtigen: ze is prachtig verlicht.
Deze poort is een grandioze “Overwinner” van Beijings prachtige verleden.