Maandelijks archief: januari 2012

Chinees nieuwjaar

Het jaar van de Zwarte Draak
黑龙年

Morgen gaat in China het jaar van de Zwarte Draak in. Men noemt het ook van het jaar van de Water Draak daar het element water verbonden is met de kleur zwart. Om heel precies te zijn start het nieuwe maanjaar van de traditionele kalender om 15:40 (Chinese tijd).

De start van het nieuwe jaar wordt in China twee weken lang gevierd met heel veel vuurwerk en familiesamenkomsten rond nieuwjaarsgerechten. Minder leuk tijdens deze periode zijn de treinreizen. Daar de familieleden meestal honderden kilometers van elkaar verwijderd leven zijn de treinen overbevolkt, voor zover men het geluk heeft een treinkaartje te kunnen bemachtigen. De feestelijkheden eindigen 14 dagen later met het Lantaarnfeest.

2012 wordt een speciaal jaar daar de draak het symbool, de totem is van China. De draak is het enige hybriede wezen van de Chinese dierenriem. Het ontleent de verschillende delen van zijn lichaam aan:

1) de kameel  (hoofd)
2) het hert (hoornen)
3) de duivel (ogen)
4) de buffel (oren)
5) de slang (nek)
6) de kikker (buik)
7) de tijger (poten)
8) de arend (klauwen)
9) de vis (schubben)

Hybriede wezens hebben in onze westerse cultuur een negatieve gevoelswaarde. Denk maar aan de Ilias van Homerus waar kwaadaardige, monsterachtige wezens zoals draken moesten bestreden en gedood worden. Chinezen daarentegen hebben sinds altijd een grote belangstelling voor deze “afgrijselijke wezens”.
Dit is te verklaren door de Yi Jing
易经, het Boek der Veranderingen, de belangrijkste van de Vier Klassieke Boeken van Confucius’ leer: de natuur bestendigt het leven door verschillende wezens steeds opnieuw met elkaar te vermengen.
In China’s geschiedenis vinden we vele voorbeelden van hybridisatie, tot het verwerken en het zich eigen maken van buitenlandse invloeden. Een mooi voorbeeld is het bouddhisme, een totaal verschillende denkwereld door Chinese monikken uit Indië meegebracht. Deze grote religieuze cultuurschok heeft vele hybriden teweeggebracht zoals de grafbewakers en ook de Indische mannelijke boddhisatva Avalokitesvara die in het Chinese bouddhisme omgedoopt werd tot de vrouwelijke Guanyin, letterlijk: zij die aandacht schenkt aan de pijnkreten van de mensen, de godin van het medelijden, de godin met de duizend armen…
En vergeten we ook niet Deng Xiaopings politiek-economische, contradictorische hybride van “socialistische markteconomie”…

Hybridisatie is eigen aan de Chinese cultuur: de draak is immers niet alleen de totem van China maar ook één van de mooiste voorbeelden van Chinese hybridisatie.

In de winter slaapt de draak in stromen en rivieren, in het yin element, water. In de lente schiet hij wakker door het geluid van de rotjes, de gongslagen en de cimbalen van het Nieuwjaarsfeest. Dan begint zijn yang opstijging naar de hemel waar hij, eenmaal aangekomen, tijdens de zomerwende het heilzaam water onder de vorm van regen over de terrasculturen zal uitstorten. Zodra de herfst aanbreekt start zijn yin afdaling: hij keert terug naar de diepe waters om zich daar te herbronnen en om er te overwinteren tot de volgende cyclus.
De draak is dus het intrinsiek symbool van de levensstroom.
Vanaf de Handynastie (206 v.Chr.-220 na Chr.)wordt hij het keizerlijk symbool bij uitstek. De Verboden Stad telt niet minder dan 12 654 draakafbeeldingen: op de daken, de trappen, de marmeren pilasters en op de geborduurde, keizerlijke gewaden…Zijn slangvormig lichaam kronkelt zich zelfs rond de armsteunen van de troon.

De draak overleeft op de aarde, in het water en in de hemel. De draak is mystiek, mistig, verborgen, nobel en onschendbaar. Maar ook onvoorspelbaar…

Het jaar van de Zwarte Draak belooft een bijzonder jaar te worden!

过年好!

恭喜发财!

Een kruiwagen vol kikkers


Grenouilles  
Mo Yan

  莫言

Mo Yan (° 1955, Shandong) , China’s grootste onder de levende schrijvers, verwent zijn lezers opnieuw met een schitterende roman, wa: kikkers, vertaald naar het frans onder de titel “Grenouilles”.

Dit 408 bladzijden tellende boek handelt over de familieplanning ten tijde van Mao en geeft een levendige beschrijving van het Chinese platteland vanaf de jaren 1950 tot nu.
Hoofdpersonage is schrijvers eigen tante, Wan Xin, een gynecologe-obstetrica die geneeskunde begon te beoefenen op de leeftijd van zestien jaar, in een centrum voor medische verzorging op het platteland…Zij was haar tijd ver vooruit en had kennis van de vrouwelijke anatomie: zij drukte geen deegrol op parturiëntes buik om de uitdrijving te bevorderen, zij wist tot waar zij haar hand in parturiëntes genitaal kanaal mocht steken opdat de verlossing van de baby niet zou gepaard gaan met het uittrukken van de baarmoeder!

Na de grote hongersnood veroorzaakt door de Grote Sprong Voorwaarts (1959-1961 met 30 tot 43 miljoen dodelijke slachtoffers) volgde, in 1963, een plotse stijging van het geboortecijfer. Eind 1965 was dat geboortecijfer zelfs zo hoog dat de Chinese regering besloot over te gaan tot familiale planning ( in 1979 werd de eenkindpolitiek in de Volksrepubliek China officieel ingevoerd). In Gaomi, provincie Shandong, kreeg die planning de gedaante van tante Wan Xin: ze werd een passionaria van Mao’s onverbiddelijk strenge maatregel. Wan Xin was een echte figuur die leefde voor haar werk: enerzijds bracht zij kinderen op de wereld, en anderzijds oefende zij abortus uit bij de vrouwen die zich niet aan de regels hadden gehouden.

Het thema van de roman is dus de eenkindpolitiek en de drama’s die ze tot gevolg kan hebben.

Mo Yan heeft zijn werk origineel geconstrueerd. Het bestaat uit een roman gevolgd door een toneelstuk.
De vijf hoofdstukken van de roman worden elk voorafgegaan door een verklarende brief van de schrijver aan de Japanse schrijver Sugitani Yoshihito. De Chinese schrijver wil zijn Japanse collega alles vertellen over het boeiende en kleurrijke leven van zijn tante (die nu reeds 76 jaar is) en er naderhand een toneelstuk over schrijven.
Mo Yan verklaarde in een interview (Rue 89, juni 2009, dus voor de verschijning van het boek) dat hij een toneelstuk in de stijl van Jean-Paul Sartre wou schrijven en daar is hij meesterlijk in geslaagd!

Vermeldenswaardig is de manier waarop Mo Yan met de homofonie van de Chinese karakters googelt: de uitspraak van kikker wa en baby wa verschilt slechts in toon. Maar wa komt ook voor in Nüwa 女娲, de godin die, zo luidt de legende, de eerste mensen fatsoeneerde in klei. Een stilzwijgende verwijzing naar de allegorie om de geboortebeperking aan te tijgen.

Kikkers zijn in bepaalde gebieden van China totemistische symbolen van vruchtbaarheid.
Mo Yans favoriete schrijver Pu Songling (1640-1715) schreef een verhaal over een “Kikkerkoning” waarin de kikkers beschreven worden als beschermend en welwillend voor de mensheid op voorwaarde dat de mensen ze op hun beurt vereren. Als men dat weet komt het spel van rijke en complexe allegorische referenties aan het licht.

Deze roman is nog niet vertaald naar het Nederlands noch naar het Engels.

« Grenouilles » Mo Yan
Editions du Seuil 2011
ISBN 978.2.02.102400.5