Jiang Qing, de Rode Keizerin (1)
江青,红女皇
Ik erfde van mijn mans oom Leo Thiery een rijke “Chinese bibliotheek”. Eén van de vele pareltjes van deze bibliotheek, die mijn tante Anne me liet geworden, is de geromanceerde biografie van Jiang Qing, Mao’s vierde en laatste echtgenote, die tijdens de Culturele Revolutie berucht was omwille van haar politiek leiderschap van de“Bende van Vier”.
Jiang Qing 江青, Blauwe Stroom, krijgt bij de geboorte de naam van Li Shumeng 李淑蒙, Deugd en Gehoorzaamheid! Ze ziet het licht in de herfst van 1914 in de provicie Shandong, de geboortestreek van…Confucius. Haar vader, een timmerman die zich door eigen vlijt had opgewerkt, was toen al zestig jaar oud. Shumengs moeder was de tweede vrouw in het gezin, een mooie, gecultiveerde concubine van amper dertig.
Vader, die dikwijls dronken is, mishandelt zijn concubine. Jiang Qing zou later beweren dat zijn aggressief gedrag tegenover zijn omgeving een bepalende rol heeft gespeeld in haar karakter: haar moed en strijdlustige inborst heeft ze aan hem te danken.
Uiteindelijk vluchten moeder en dochter naar Jinan, bij Shumengs grootouders. Het meisje krijgt een andere naam : Yunhe 云鹤, Kraanvogel in de Wolken.
Heel vroeg, op veertienjarige leeftijd, sluit Yunhe zich aan bij een groep toneelspelers. Ze is reeds al beeldschoon en ontplooit zich vlot in dit artistiek milieu.
Volgt dan een bewogen carrière. Ze maakt deel uit van de academie voor dramatische kunst van Jinan, huwt, om dan enkele maanden later te scheiden. Nadien gaat ze naar Qingdao waar ze een baan vindt aan de bibliotheek van de universiteit en waar ze voor het eerst in contact komt met de (toen nog) clandestiene communistische partij.
1n 1933 verlaat ze Qingdao voor Shanghai waar ze haar carrière van actrice start onder de naam van Lan Ping 蓝苹, Blauwe Appel. Ze gaat er ook een tweede huwelijk aan. Ze speelt slechts in serie-B films maar frequenteert de communistische milieus waar ze vele minnaars telt, waaronder Kang Sheng, die later niet alleen Mao’s grijze eminentie zal worden, maar ook het hoofd van de speciale diensten van het Rode China, het hoofd van de geheime politie, de bewerker van de breuk tussen Peking en Moscou…
In 1937 verlaat ze haar tweede man en trekt met een vroegere minnaar naar Yan’an, waar Mao met zijn Rode Leger na de Lange Mars zijn communistische basis heeft gevestigd. Ze ambieert een belangrijke rol op de communistische politieke scène. Waarom zou ze niet hoog mikken en Mao proberen te verleiden?
Ze volgt de raad op haar naam te veranderen: Blauwe Appel staat niet zo serieus in deze strenge gemeenschap! De appel verandert in een stroom, de kleur zal blijven: vanaf nu heet ze Jiang Qing, Blauwe Stroom.
Mao scheidt van zijn derde vrouw en huwt met Jiang Qing. Het Politburo heeft geen goed oog op dit huwelijk want ze staat bekend, in tegenstelling met Mao’s derde vrouw die een actief lid was van de partij, als een vrouw van lichte zeden die het imago van Mao wel eens zou kunnen schaden. Ze moet beloven zich niet te mengen in de politiek. Dat belooft ze, met tegenzin. Het huwelijk grijpt plaats in november 1938. Ze wordt Mao’s vierde en laatste vrouw. Twee jaar later geeft ze hem een dochter, Li Na.
Tien jaar lang houdt Jiang Qing zich op de achtergrond, ze oefent de bescheiden functie uit van privé secretaresse van Voorzitter Mao.
Hierop volgt haar snelle politieke opgang. Daarover meer in mijn volgende blog.