Maandelijks archief: december 2012

Dubbel-negen kaart

Wintersolstitium
冬至

De winterwende is een verschijnsel van de zonnekalender dat in China (een land dat gebruikelijk de maankalender volgt) als een traditioneel festival wordt gevierd. De winterwende valt dus (in tegenstelling tot de maankalender) op een vaste datum, 21 december. In de een of twee jaren voorafgaande aan een schrikkeljaar valt het wel op 22 december. Op deze datum is de dag het kortst en de nacht het langst. Die dag wordt de winter ingeluid. Vanaf dan worden de dagen langer.

In de Periode van Lente en Herfst ( 722 v.Chr.-481 v.Chr.) werd de winterwende gemeten door de observatie van de zon aan de hand van een gnomon schaduwprofiel, een zonnewijzer.
 

Het wintersolstitium is het eerste van de 24 zonneperiodes (elke periode duurt twee weken). Het heet 冬至dongzhi, letterljk: extreem winter. Dan breekt in het Noordelijk halfrond de koudste periode van het jaar aan.

Het wintersolstitium is in China een belangrijk festival, even belangrijk als het Lentefestival, het Chinees nieuwjaar. In de Zhoudynastie (eind 10° eeuw v.Chr-256 v.Chr.) werd de winterwende beschouwd als de eerste dag van het nieuwe jaar.
In de Tangdynastie (618-907) en de Songdynastie (960-1279) werden op die dag de voorvaderen geëerd.

De traditie van de winterwende is tot vandaag in leven gehouden. In het noorden worden dan geiten geslacht en eet men ook jiaozi en huntun. In het zuiden bestaat de maaltijd uit rijstballen en heel lange noedels. Overal worden die dag de hemel en de voorvaderen geëerd.

Op de dag van de winterwende vloeit yin over naar yang. De kracht van yin is die dag op haar maximum en zal van dan af afnemen terwijl deze van yang zal toenemen. 
Men kan dan zijn lichaam tonifiëren aan de hand van krachtgevend voedsel en drank.
 

Noord-China houdt er een leuke traditie op na: het inkleuren van de ‘dubbel-negen kaart die de koude verjaagt’. Deze kaart is een calligrafie van negen traditionele karakters die op hun beurt elk uit negen stroken bestaan. In totaal bedraagt de kaart dus 81 stroken. Elke dag wordt één strook ingekleurd. De kleur wordt bepaald door het weer van die dag: rood voor helder weer, blauw voor bewolkt weer, groen voor regen, geel voor wind en wit voor sneeuw. Om de negen dagen wordt een karakter beëindigd, na 81 dagen is de eenvoudige grijze kaart omgetoverd tot een mooi en kleurrijk ‘schilderijtje’ en breekt de lente aan!

De tekstvan de kaart luidt: de neerhangende wilgen voor het paviljoen verlangen naar de lentebries.
             

Mo Yans speech

Verhalenvertellers

讲故事的人

Mo Yans prachtige speech bij het ontvangen van zijn Nobelprijs voor literatuur in Stockholm

Vrijdag 8 december hield Mo Yan, pseudoniem voor Guan Moye, een voor het minst originele en fijngevoelige toespraak toen hij in de Zweedse Academie zijn prijs in ontvangst nam.
De titel van zijn speech luidde: ‘Verhalenvertellers’ en ik ben overtuigd dat zijn publiek van het begin tot het einde aan zijn lippen zal gehangen hebben.

Formeel was de tekst niet, integendeel, het was een aaneenrijging van losse verhaaltjes. Eerst brengt de schrijver hulde aan zijn moeder, die hem zo nauw aan het hart ligt maar die zijn eer nooit zal delen. Ze stierf in 1994 en werd begraven in de perziktuin ten Oosten van zijn dorp Gaomi. Vorig jaar moest haar graf, vanwege het aanleggen van een treinspoor, verderop in het dorp verplaatst worden. Toen de familie de kist wou opgraven, vondt ze slechts wat vermolmd hout en moeders lijk was één geworden met de aarde. Dus graafde de familie wat van de aarde op om ze in de nieuwe plaats te begraven. Op dat moment besefte Guan Moye dat zijn moeder reeds deel uitmaakte van de aarde. Wanneer hij tegen Moeder Aarde sprak, sprak hij in realiteit tot zijn moeder…

Guan Moye’s moeder had gebonden voeten wat haar werk op het land bemoeilijkte. Ze was analfabeet maar, hoewel de grote familie nooit wist wanneer het volgende eetmaal zou komen, weigerde moeder haar jongste kind nooit een boek of een schriftje.

Op een marktdag, kwam een verteller op het marktplein van Gaomi. De jonge knaap ontwijkte handig het door moeder opgelegde huiswerk en liep naar het marktplein om naar de verteller te luisteren. ‘s Avonds vertelde hij haar op een opgewonden toon wat hij die dag allemaal had gehoord. In het begin irriteerde die verhalen haar want professionele verhalenvertellers vertelden volgens haar niets goeds. Beetje bij beetje begon ze de verhalen dan toch te smaken en gaf haar zoontje geen huishoudelijke opdrachten de dag dat er markt was.
Maar de jongen was al vlug niet meer tevreden met het klakkeloos overbrengen van de verhaaltjes en vermengde aldus vertellingen met eigen fantasie. Zijn ongelooflijke verbeelding werd gevoed door zijn contact met de natuur (hij werd verplicht herder te worden na zijn lagere school).
Mettertijd beperkte het publiek van onze jonge verteller zich niet meer tot moeder. Ook de zussen, tantes en zelfs zijn grootmoeder voegden zich bij de groep.


Moeder genoot van haar zoons vertelkunst maar was tegelijk bezorgd. In Gaomi werden welbespraakte kinderen niet altijd zo goed gezien. Is hun gebabbel niet rustverstorend?  Moeder raadde haar zoon aan niet te veel te praten, ze spoorde hem tot een grotere stilzwijgendheid aan. Zijn verhalerstalent vervulde haar met vreugde maar was voor haar tegelijk een bron van onrust.

Toen Guan Moye later zijn verhalen ging neerpennen nam hij de schuilnaam Mo Yan, wat ‘niet spreken’ betekent.

Zo gaat Mo Yans Nobeldiscours verder, als een aaneenrijging van pareltjes die een prachtig halssnoer vormen.

Mo Yan was in het begin heel sterk beïnvloed door Shen Congwen, later door Faulkner en Garcia Marquez. Maar hij voelde al snel dat hij afstand moest nemen van de twee laatsgenoemden uit vrees dat hij, de’ ijsklomp’, zou gaan smelten bij te dicht contact met die twee ‘hete kookfornuizen’!
Hij ging op zoek naar een eigen schrijfstijl en concludeerde: “ Wat ik zou doen was de eenvoud zelve: mijn eigen verhalen vertellen op mijn eigen manier. Mijn weg was die van de verhalenverteller van het marktplein” …