In de voorbije jaren maakte ik reeds vanuit Beijing tegelijk leuke en interessante uitstappen en reisjes. Daartoe gebruikte ik steeds dezelfde tour operator: CCC of China Culture Center. Dit centrum organiseert naast lezingen ook trips en reizen door gans China waarbij de bezochte hotels en restaurants tegelijk heel typisch Chinees zijn en ook tot de topklasse behoren.
Pingyao平遥 stond allang op mijn “te doen lijstje” maar was telkens net niet door CCC gepland tijdens mijn vorige Chinaverblijven. Dit jaar zou dit wel lukken. Ik was dus heel benieuwd het stadje te ontdekken waar Zhang Yimou’s film ‘Raise the Red Lantern’ werd gedraaid.
Pingyao zou een tweedaagse uitstap worden.
Onze “groep” bestond slechts uit vier mensen: een Schotse zakenvrouw die al meer dan twintig jaar in China leeft en werkt, haar Thaise vriendin, een Parijzenaar en ik. We zouden op een vrijdagavond om 18:00 vanuit Beijing Xizhan vertrekken. Beijing telt vier treinstations, één in het Noorden, één in het Oosten, één in het Zuiden en één in het Westen van Beijing, Beijing Xizhan. De sneltrein bracht ons in drie uren in Taiyuan, de hoofdplaats van de provincie Shanxi. We kwamen dus aan omstreeks 21:00 en stapten naar de volumewagen die ons na een twee uur durende rit naar Pingyao zou brengen. Wat ons in Taiyuan alle vier opviel was de zuivere lucht, zo verschillend van de gepollueerde lucht in de hoofdstad! In Taiyuan is het gebruik van bromfietsen en moto’s verboden.
Rond elf uur ’s nachts kwamen we dan eindelijk aan in het stadje waar bij zonsondergang de rode lantaarns worden geheven. Ik ben China nu al langzamerhand gewoon maar die lantaarns gaven me een vreemd gevoel: ik waande me plots in het feodale China. Een cultuurshock, wie had dat nu gedacht? Na al die jaren?
We werden naar ons hotel gebracht, De Ju Yuan, gelegen in het oude stadsgedeelte. We vernamen later dat Giscard d’Estaing hier ook had gelogeerd. Ik zag een historische film voor mijn ogen voorbijgaan toen ik mijn kamer binnenkwam.
Daar stond geen bed maar een kang: een grote stenen bedstoof met onderaan een opening langswaar hij vroeger werd voorzien van hete kolen om hem op te warmen en aldus een warm bed en meteen een warme zitplaats voor overdag te voorzien. Aan de wand hingen oude calligrafieën, de zetels waren in Mingstijl, de deur ging open (en dicht) met…een echte, oude kadenas. Zalig! Alles was echt, geen kitch!
‘s Anderendaags begon de uitstap met een wandeling op de muren van het omwalde stadje.