Dit boekje dat amper een vijftigtal bladzijden telt, is een prachtig voorbeeld van het feit dat men zelfs aan de hand van een klein aantal bladzijden, en dus in een korte tijd, sfeer, emotie, liefde…gepast kan uitdrukken.
Het verhaal heeft opnieuw als achtergrond de Cité de la Poussière Rouge, een longtang in Shanghai.
(zie ook mijn blog: Shanghai toen en nu, gepost op 13 september 2010). De auteur, die bekend staat voor zijn spannende detectives met Shanghai als achtergrond, zou zich voor deze novelle geïnspireerd hebben op wat hij als kind hoorde vertellen.
Het eerste deel speelt zich af in 1962. De Grote Roerganger verkondigt dat de contradictie tussen het proletariaat en de burgerij de voornaamste contradictie is van de Chinese maatschappij. Hij herinnert het volk eraan dat de burgerij in de socialistische eeuw blijft verderbestaan en dat de klassenstrijd dag na dag, maand na maand, jaar na jaar moet worden verdergezet…
De Grote Sprong Voorwaarts loopt naar zijn einde, één grote mislukking die ontelbare slachtoffers heeft geëisd.
Meneer Ma is opgegroeid in de Cité de la Poussière Rouge. Van zijn vader erfdehij in 1948, net voor de bevrijding, een kleine boekhandel, twee kamers groot. Door het nieuwe klassensysteem van het begin van de jaren ’50, werd hij nochtans bestempeld als “ kleine eigenaar van een onderneming”. Hij was dus net geen “kapitalist”.
Meneer Ma is een echte boekenliefhebber en werkt soms tot middernacht voor slechts twee klanten. Naar zijn winkeltje komen ook mensen die boeken gratis lezen: ze hebben het geld niet om ze te kopen. Meneer Ma stuurt ze nooit weg. Eén daarvan zal zijn vrouw worden. Samen runnen ze de zaak. Door de heel selecte keuze van de werken wordt de zaak snel beroemd en trekt vele intellectuelen waaronder professoren aan. Mevrouw Ma biedt de klanten graag een theepot met Longjing thee aan.
Meneer Ma kent ook wat Engels en heeft een kleine afdeling werken in vreemde talen…
Tot op de dag dat de politie hem komt arresteren. Beschuldigd van “contra-revolutionaire activiteiten”, krijgt hij een straf van dertig jaar cel…
Waarom wordt hij gearresteerd? Voor welke feiten? In de Cité is iedereen in de war. Huang, een “lezer” wil een enquête starten, hij wil de waarheid doorgronden. Maar in zo’n zaak kan nieuwsgierigheid je problemen geven.
Heeft meneer Ma één van de “Drie Anti” (corruptie, verspilling en bureaucratie) of één van de “Vijf Anti” (bestrijding geldbezittende burgerij) soms overtreden?
Kameraad Jun weet er meer van maar wil niets loslaten. Tot wanneer Huang en Oude Wortel hem op een heerlijke dis en twee flessen rijstwijn tracteren en Jun toegeeft:
“Meneer Ma’s problemen zijn te wijten aan een roman in een vreemde taal. Het is een roman over een dokter die Zhi Vag heet”…
Het tweede deel speelt zich af in 1982, het jaar van de vrijlating van Ma. Ma is dus tien jaar vroeger vrijgelaten. Waarom?
Meneer Ma is een oude man geworden. Hij wil de boekenwinkel niet heropstarten.
Hij heeft een ander plan!
Het tweede deel van de novelle neemt een andere wending aan en illustreert hoe men van de nood een deugd kan maken, hoe meneer Ma zijn eigen “bonne fortune” maakt.
Doorheen dit verhaal, dat op een lichte toon is geschreven, brengt Qiu Xiaolong, door zijn onthulling van de echte redenen van Ma’s aanhouding, het toenmalige systeem aan het licht.
La bonne fortune de monsieur Ma
Qiu Xiaolong
Originele titel : Doctor Zhivago
Editions Liana Levi, 2011