Kleine mensen boeken, 小人书xiaorenshu, zijn prentenboekjes (aanvankelijk voor kinderen bedoeld) van bekende, klassieke Chinese en buitenlandse romans in gecondenseerde vorm.
De belangstelling voor de xiaorenshu kende een piek tussen 1955 en 1965: er was weinig vraag naar Chinese schilderijen en de kunstenaars tekenden zulke boekjes om hun inkomen te verhogen.
Het leven in het China van de jaren 1950-60 was eentonig: er was geen internet, er waren geen tekenfilms. Voor de kinderen was het lezen van kleine mensenboekjes zowat de enige vorm van ontspanning en plezier. Niet alleen voor de kinderen maar ook voor jonge mensen en volwassenen was het een bron van ontspanning. In die tijd was China van de rest van de wereld afgesloten, de boekjes waren een open venster op de buitenwereld.
Deze boekjes werden al snel razend populair. Maar niet iedereen had genoeg geld om ze te kopen en zo ontstonden er “uitleenstalletjes”. Ze waren dikwijls rudimentair zoals bijvoorbeeld een luifel aan een straatmuur. Van binnen rustte dan een plank van ruw hout op enkele bakstenen, een uitnodiging om, bij het lezen, even te gaan zitten. In de “bibliotheek” waren de boekjes uitgestald op een grote houten plank. Soms waren koorden tussen de muren gespannen, daar hingen ook boekjes over, netjes naar onderwerp geschikt.Om te voorkomen dat de boekjes snel bezoedeld zouden worden, werden ze gekaft. Daarop werd, met een penseel, de titel van het boek geschreven. Mooie, netjes geschreven karakters weerspiegelden het cultureel niveau van de eigenaar van het stalletje.
Meestal waren het kinderen uit de buurt die kwamen lezen maar er kwamen ook volwassenen.
Het uitlenen van kleine mensen boekjes was heel goedkoop, je kon ze ter plaatse lezen voor 1 fen (de Chinese fen is de laagste munteenheid, 1 fen is nu+/- 1,3 eurocent). Je zocht een exemplaar uit en ging zitten lezen op de houten plank; wanneer je het boekje uitgelezen had, ging je het boekje aan de “bibliothecaris” teruggeven en betaalde je hem 1 fen.
Nam je het boekje liever mee naar huis dan betaalde je 2 fen per dag. De eigenaar schreef dan zorgvuldig je naam, je adres, de titel van het boekje op in een schrift. Na betaling nam je het boekje mee naar huis, ’s anderendaags bracht je het terug. Een borg geven hoefde niet, alles gebeurde op basis van vertrouwen…
Dit literair genre geraakte in verval tijdens de Culturele Revolutie.
Enkele jaren geleden kon je zulke boekjes nog enkel op de prondelmarkt vinden. Liu Yanbo, die sinds zijn jeugd door de boekjes gefascineerd is, houdt op Panjiayuan, Beijings grootste prondelmarkt, een stalletje met meer dan 100.000 verschillende titels. Op het paneel boven de deur staat geschreven: “The library of Xiaorenshu”. Veel oude boekjes zijn, ter bescherming, met plastiek overtrokken. Voor velen betekenen de boekjes een jeugdherinnering. Liu zegt dat deze boekjes deel uitmaken van de Chinese cultuur en dat ze een unieke soort kunst zijn, zoals de Peking Opera.
Nu worden ze herdrukt: ik kocht in Beijing Hong Lou Meng, de meest geliefde roman van de Chinezen.
Een leuke manier om een kind te introduceren in de fascinerende wereld van de Chinese literatuur…