Migranten op sociale netwerken

Op 50 km van Beijing ligt Picun, een toevluchtsoord voor migranten die van het platteland komen om te werken in de grootstad. Ze vechten tegen hun ontworteling. Bovendien zal ook deze shelter weldra door de bulldozers van de modernisatie vernietigd worden…

Picun ligt op de weg van Beijing naar de vlieghaven.
Het is een stofferige nederzetting van nu al ongeveer 10.000 migranten. Picun voorziet de hoofdstad van allerlei, gaande van meubels tot aircokooien en bouwmaterialen. Stadjes als Picun maken dat de hoofdstad van pracht en praal kan genieten. Jammer genoeg zijn de migranten de speelbal van China’s ruwe kapitalisme: door het hukou-systeem leven ze in een administratief nomansland (zie mijn blog Mingong van 22/12/2016). Het gebrek aan wettelijke rechten (bvb. 150 miljoen migranten hebben slechts 2 vertegenwoordigers op het Nationaal Volkscongres), de alomtegenwoordige corruptie, de stress veroorzaakt door de repetitieve bewegingen, zeven dagen op zeven, de nauwe huisvesting waarbij families genoodzaakt zijn op enkele vierkante meter samen te leven… maken het migrantenleven uitzichtloos.
Dit perspectiefloos bestaan gaf in 2002 aanleiding tot de oprichting van een literair clubje en een artistiek troepje in Picun. De clubleden verenigen zich wekelijks in een eenvoudig lokaaltje waar ze hun kleine literaire en dichterlijke composities uitwisselen.

 

In Shenzhen leven ook veel dergelijke migranten-dichters. Een ervan was Xu Lizhi. Hij deed lopendebandwerk in een Foxconnfabriek. Hij pleegde zelfmoord op 30 september 2014 door uit het raam van een zevende verdieping te springen. Hij schreef het gedicht: “ Een ijzeren maan”. Het eerste vers luidt als volgt: “Ik slikte een ijzeren maan door, ze noemden het een moer”…

 

我是范雨素 Ik ben Fan Yusu. Dit is de titel van het artikel dat een migrante (Xiangyang, Hubei) in april van dit jaar op internet plaatste en dat al meer dan 3 miljoen keren werd gelezen. Oorspronkelijk werd het gepost op We Chat maar het werd er door de censuur van Tencent weer heel vlug afgehaald. De reden daarvoor is dat de twijfelachtige status van de migranten in China teveel in het licht wordt gesteld en dat het literaire clubje van Picun herinneringen oproept aan de golf van 13 zelfmoorden die de Taïwanese groep Foxconn in 2010 trof.

In haar artikel vertelt de veertigjarige Fan Yusu over haar prille liefde voor de literatuur van Charles Dickens, Jules Verne, Daniel Defoe en hoe ze noodgedwongen de school moest verlaten op 12-jarige leeftijd om te gaan werken.
Ze loopt weg van huis, vlucht eerst naar Hainan, nadien naar Beiing “om de wijde wereld te verkennen”. Daar huwt ze met een man uit Dongbei en krijgt twee dochtertjes. Maar ze verlaat haar man omdat hij drinkt en haar slaat. Volgt een periode van het leven in het rurale China met familiale ruzies, haar broers mislukking in zijn examens, haar angst voor ontworteling…
Ze keert terug naar Beiing waar ze bij een rijke vrouw werkt als ayi, huishoudster-babyoppas. In die periode zet ze haar belevenissen op internet. Ze wordt plots beroemd maar die beroemdheid gaat gepaard met het lastiggevallen worden door nieuwsgierigen, bewonderaars, journalisten en zelfs uitgevers. Ze kan dit allemaal niet aan en verlaat Beiing.
Ze heeft nu toevlucht gevonden in een dorp nabij Xiangyang…