Stille herfst
die lijkt op een denker die het denken moe is.
Maar nog steeds in gedachten is verzonken,
met stil maar intens verdriet.
Schone herfst
die lijkt op een lammetje, ginds ver op het grasland.
Oprecht maar hulpeloos
en steeds meer voorovergebogen.
Het loof dwarrelt ritselend neer.
Treurzang … van een gebroken gitaar.
Het denken biedt weerstand aan die teloorgang,
het is een vorm van medelijden.
Gelukkig maar dat de herfst eraan komt,
ze lijkt op een menselijk lichaam,
maar raakt met ziel vervuld.
De herfst doet ons terugdenken aan feiten, aan woorden.
De bomen rillen en denken dat ze hun blaadjes zullen behouden,
maar in werkelijkheid worden ze, dag na dag,
kaal.
De herfst is een spiegel. Ik zet haar om
in bezinning en hul haar in een waas
om haar zielsgebed niet te zien.
Vertaling: Maud Thiery