Ter illustratie van mijn twee vorige blogs volgen hier twee excerpten uit Lu Xuns Dagboek van een gek. Uit deze excerpten blijkt dat het kannibalisme dat maar al te zeer in China een wrede realiteit is geweest ook een onderwerp is geweest van literaire teksten.
Op een dag kreeg Lu Xun twee schriften met dagboekaantekeningen van een vriend wiens broer, ondertussen genezen, leed aan een dwangvoorstelling. De taal van het dagboek was verward en dikwijls onsamenhangend. De meest samenhangende stukken gebruikte Lu Xun voor zijn kortverhaal.
Een paar dagen geleden kwam een pachter van ons uit Wolvendorp melden dat bij hen de oogst was mislukt. Hij vertelde mijn broer dat in het dorp een bekende misdadiger door de dorpelingen gezamenlijk dood was geranseld en dat een aantal mensen hart en lever uit zijn lichaam had gesneden en opgegeten, na ze eerst in olie gebraden te hebben. Dat versterkte je moed. Toen ik hun in de rede viel keken de pachter en mijn broer mij beiden aan. Vandaag pas besefte ik dat hun blik volkomen dezelfde was als die van de mensen buiten.
Toen dat besef tot me doordrong voer van hoofd tot voeten een koude rilling door me heen.
Als zij in staat zijn mensen te eten, dan zijn ze zeker ook in staat mij te eten…
Als je iets goed wilt begrijpen, moet je beginnen met grondig onderzoek. Het stond me bij dat er in het verleden dikwijls mensen werden gegeten, maar het fijne wist ik er niet van. Toen ik een geschiedenisboek opensloeg om het na te kijken, stonden in het boek geen jaartallen vermeld. Alleen de woorden ‘Confucianistische deugd en plicht’ kwamen op iedere bladzijde weer in eindeloze herhaling voor. Omdat ik toch niet kon slapen bleef ik er de halve nacht in turen. Toen pas begon ik tussen de regels door andere woorden te zien, het hele boek was volgeschreven met twee woorden: mensen eten.
Al die woorden die in het boek geschreven stonden, al die woorden die de pachter had gezegd staarden me met een raadselachtige blik grijnzend aan.
Ook ik ben een mens, zij willen mij eten!
Uit Lu Xun, Verzameld werk
Vertaling K. Ruitenbeek
Meulenhoff Amsterdam