In Gent grijpt de derde editie van het Made in China Festival plaats. Naast concerten, documentaires, debatten, visual arts en literatuur krijgt de Chinese film hier opnieuw extra aandacht.
Na ‘The Coffin Painter’ (异乡来客)en ‘Better Days’ (少年的你) was het de beurt aan de derde film: Anima (莫尔道嘎).
De film gaat over het illegaal bomenkappen in Inner Mongolia en meer bepaald het meest noordelijke deel ervan, rond het stadje Mordaoga莫儿道嘠, de Chinese naam van de film.
De film speelt zich af in de etnische minderheid van de Ewenki (Evenken). De Ewenki zijn een nomadisch Toengoezisch volk uit Noord-Azië. Ze wonen in Rusland en ook in China waar ze een van de 56 officieel erkende etnische groepen zijn.
In de Ewenkitaal betekent Mordaoga ‘helder water’. In de taal van de Oroqen, een andere officieel erkende etnische minderheid, betekent het ‘plaats waar berken groeien’ en in het Mongools staat Mordaoga voor ‘paardrijden’.
Deze prachtige film kreeg in het Westen de naam ‘Anima’ omdat het geen documentaire is maar wel een verhaal met een ‘ziel’: het ontbossingsproces maakt hier deel uit van het leven en van het lot van de personages.
De film gaat over het ware verhaal van Linzi, een Ewenki boomhakker, die in de jaren 1990 het laatste en grootste woud van China (450.000 ha) wil beschermen tegen de houtsmokkelaars.
Twee jaar duurde het maken van de film. De kijker geniet van prachtige natuurtaferelen in de vier seizoenen. Vooral de scènes van de winterlandschappen tijdens een sneeuwtornado zijn aangrijpend.
Opdat ze zich zouden wennen aan de extreme koude in Mordaoga, liet de cineaste de acteurs een maand vooraf ter plekke komen.
Anima, in 2020 uitgekomen, is de eerste film van filmmaakster Cao Jinling en werd reeds bekroond met ontelbare prijzen.
Alhoewel het verhaal zich dertig jaar geleden afspeelt, is het thema actueler dan ooit!