Maandelijks archief: april 2022

L’Hôtel du Cygne   Zhang Yueran

Yu Ling is tien jaar geleden uit haar provincie Sichuan in Beijing komen werken. Ze werkt er als ayi, kinderoppas, van Dada, een schattig jongetje van de Chinese elite. Yu Ling droomt ervan een nieuw leven te beginnen. Samen met haar vriend plant ze om, ter gelegenheid van een picknick, Dada te ontvoeren.
Maar de ontvoering verloopt niet volgens plan…

Deze recent vertaalde novella van de hedendaagse schrijfster Zhang Yueran (zie ook blog 12 maart 2022) intrigeert door haar naam: het Zwanenhotel. In dit verhaal komen nochtans noch zwanen noch hotel voor. Maar Dada, die ter gelegenheid van de picknick een gans redt van de slachting, verwart de vogel met een zwaan. Hij besluit zijn ‘zwaan’ mee naar huis te nemen en voor haar in het salon een tent op te stellen die hij zal omdopen tot 天鹅旅馆, het Zwanenhotel. Zijn hotel zal ‘een opvangplaats worden voor de kinderen die geen vriendjes hebben’. Zijn hotel lijkt op een utopie van een dierenrijk: daar logeren zijn pluche beertje, olifant en zebra. Later komen ook echte dieren als de labrador van de buur en een witte poes er logeren. Het Zwanenhotelletje wordt een shelter voor dit eenzame jongetje…

L’Hôtel du Cygne is een heel genuanceerde beschrijving van kinderleed in het hedendaagse China alsook van de nieuwe Chinese elite en van het leven van vrouwen uit verschillende sociale milieus.
Jammer genoeg is er nog geen Engelse of Nederlandse vertaling verschenen!

L’Hôtel du Cygne van Zhang Yueran
Editions Zulma
2021

Bitter Flowers Olivier Meys

Olivier Meys, een Belgische cineast, ontmoette ik in 2009, in de UCCA Gallery van de 798 Art Zone in Beijing. Hij stelde er zijn laatste documentaire voor: 前门前Qianmen qian, de vernieling van de hutongs in Qianmen, het district gelegen voor de Verboden Stad.
Meys woont in China sinds 2000 en spreekt vlot Chinees.

Bitter Flowers is zijn eerste fictiefilm. Hij speelt zich gedeeltelijk af in de Dongbei, het vroegere Mantsjoerije. Mantsjoerije werd tijdens de Japanse bezetting (1937-1949 ) een industriegebied met veel werkgelegenheid in tegenstelling tot andere delen van China waar veldwerk seizoensgebonden was. Ten gevolge van de herinrichting van de economische structuur in de jaren 1990, sloten veel fabrieken en vielen aldus veel mensen zonder werk. Velen onder hen besloten in Europa geld te gaan verdienen. Er was hier dus geen sprake van emigratie, maar wel van een min of meer kort verblijf in Europa om, met het verdiende geld, in Dongbei een eigen business te beginnen.

Lina, het hoofdpersonage, is gehuwd en heeft een zoontje. Ze ziet de wereld rond haar veranderen. Ze wil deelnemen aan dit nieuwe China en haar man en zoon een beter leven verzekeren door een business te starten, maar ze heeft geen geld om daarin te investeren.
En dan hoort ze spreken over werkgelegenheid in Parijs.
Daar leven veel rijke Chinezen, eigenaars van winkels en restaurants. De meesten zijn Chinezen uit het zuidelijke Wenzhou die al drie generaties in Parijs leven en willen dat hun kinderen een mooi putonghua, standaard Chinees, leren spreken. De Chinezen uit Zuid-China, met hun ontelbare dialecten, beheersen dit niet.
De Chinezen uit Dongbei wel. Veel vrouwen, die 85% uitmaken van de Dongbei emigratie, hopen dus op een werk als kinderoppas/schoonmaakster in rijke Wenzhou gezinnen in Parijs.
In tegenstelling tot wat wij denken is er geen solidariteit tussen de Chinezen uit het Zuiden en die uit het Noorden. Integendeel, er zijn heel veel spanningen door de grote culturele en historische verschillen tussen beide groepen: de Zuid-Chinezen zijn de oude immigratie in Parijs, de Noord-Chinezen zijn de nieuwe immigratie aldaar. En wanneer deze laatsten dan postuleren als job als kinderoppas/schoonmaakster krijgen ze maar een hongerloon…

Lina is een van die gedupeerden. Ze begrijpt snel dat ze een ander werk moet vinden. Ze besluit sexwerkster te worden…


Haar terugkeer naar huis en gezin betekent een tweede drama voor haar.

Bitter Flowers is een aangrijpende film over het snel evoluerende China en de opofferingen van de minder begoeden om daar deel te mogen van uitmaken.