Ik vreesde dat mijn geliefde Beijing grote veranderingen zou hebben ondergaan. En ja, dit merkten we al meteen de eerste dag. We waren van plan de Verboden Stad nog eens te bezoeken. Gelukkig werden we verwittigd dat men nu geen enkel museum meer zomaar binnenstapt: een ticket dient bij voorbaat, online, aangekocht te worden. Dit wordt dan betaald met We Chat. We hebben deze app op onze smartphone maar als buitenlander hebben we geen Chinese bankrekening en kunnen dus geen ticket aankopen. Er viel ons dus niets anders te doen dan de receptionist voor de karwei in te schakelen en hem cash terug te betalen…
Die dag wandelden we door de hutongs van Xicheng.
Mijn Red Lantern House, een courtyard backpacker hotel waar ik in augustus 2008 een maand doorbracht, herkende ik niet. Ik herinner me de boodschappen naar de wet market met de bazin, het groot TV scherm in de binnentuin waar we de Olympische Spelen volgden. Die gezellige open binnentuin met de kakibomen die hun vruchten op mijn hoofd lieten vallen tijdens mijn studie van de Chinese taal. Alles was weg. Een dak beschermde de binnenplaats voor zon, regen en wind. Red Lantern House was een internationaal ogend hotel met hippe coffeebar geworden!
Enkele hutongs verder vonden we op Sanbulao hutong, op nummer 1, het appartement waar de bekende dichter Bei Dao zijn kinderjaren doorbracht. Het was het eerste van de gebouwen rond een binnenplaats, op de derde verdieping. Ik had net Bei Dao’s City Gate, open up herlezen, een verzameling herinneringen uit zijn kinderjaren. Ik vroeg aan de buren of ze Bei Dao kenden. Ze zegden haast allen neen. Eén onder hen antwoordde me dat hij al lang overleden was. Ik kon mijn oren niet geloven! (zie blogs 27/5,28/5 en 6/6 2022).