Enkele maanden geleden kreeg ik van een vriendin een doosje met acht prachtige Chinese prenten: haar vader, een arts, had ze, lang geleden, een voor een, van een farmaceutische firma uit China toegestuurd gekregen.
Ik herkende onmiddellijk de Acht Onsterfelijken uit het taoïsme. Een echte schat! Een interessant onderwerp voor een blog…
Het taoïsme kan je vergelijken met de klassieke natuurfilosofie met als ideaal het leven in eenheid met de natuur. De maatschappij, een creatie van de mens, wordt dus als kunstmatig gezien. Veel taoïstische geletterden trokken zich aldus terug uit de mensenwereld om als kluizenaars in de bergen te gaan leven.
Oorspronkelijk was het taoïsme een filosofie. Later werd het de eerste Chinese volksreligie met eigen tempels, priesters en erediensten. De invloed van het, later uit Indië geïntroduceerde boeddhisme op het taoïsme, en andersom, was groot. We mogen hier echt spreken van syncretisme. Leuk detail: het woord ‘tempel’ heeft een verschillend karakter in het boeddhisme en in het taoïsme. In het boeddhisme heet het 寺si; in het taoïsme 观guan. Dit zal het onderwerp worden van een latere blog.
Onsterfelijkheid van de mens speelde een grote rol bij de taoïsten. Ze probeerden dit te bereiken aan de hand van magie en alchemie.
In mijn volgende blog heb ik het ook over de acht taoïsten die onsterfelijkheid hebben bemachtigd.