PEMA TSEDEN: TIBETAANS SCHRIJVER (EN FILMMAKER)

 

 

2. Pema Tseden

Pema Tseden is geboren in 1969, in het dorp Thrika, in de Chinese provincie Qinghai, de voormalige provincie Amdo van het traditionele Tibet. De Tibetanen uit deze regio hebben een sterke culturele identiteit en spreken een van de belangrijkste Tibetaanse dialecten. Pema Tseden is doordrenkt van deze cultuur. Als kind van een nomadenfamilie is hij de enige van drie zonen die heeft gestudeerd, in het Tibetaans en in het Chinees. Hij studeerde af aan het Instituut van de Nationaliteiten, in Lanzhou.
Vanaf 1991 werkt hij als tolk, schrijft artikels over literatuur en Tibetaanse kunst en start met het schrijven van kortverhalen in het Chinees en in het Tibetaans, welke hij nadien soms naar het Chinees vertaalt.

Zijn eerste kortverhalen in het Tibetaans verschijnen vanaf eind 1990 in Tibetaanse literaire tijdschriften als Light Rain.
In 1999 verschijnt de Franse vertaling van een bundel kortverhalen, drie in het Tibetaans en vier in het Chinees: Neige (zie mijn blog van 13 februari 2013). Het is een satire van de evolutie van de Tibetaanse gemeenschap onder invloed van de ontwikkeling van de handelseconomie.
Sommige verhalen verschijnen in de twee talen zoals Het leven in de stad chengshi shenghuo 城市生活, met als thema de identiteit spanningen van de jonge Tibetanen, die enerzijds de oude tradities in ere willen houden maar anderzijds inzien dat ze hierdoor geen plaats meer hebben in het moderne leven. Een voorbeeld van deze verscheurdheid tussen traditie en moderniteit is de praktijk van de tsetar (het bevrijden van het leven), die erin bestaat dieren in gevangenschap vrij te maken. Om een goed herstel te verzekeren van hun zoon die net uit het hospitaal komt, wil een jong koppel de vissen in een stadspark ‘bevrijden’, onder de verwonderde ogen van de voorbijgangers; het koppel beseft dat hun daad weinig zin heeft daar de vissen toch voorbestemd zijn om opnieuw gevangen te worden…
Naast de tegenstellingen tussen het nomadenleven en het stadsleven, traditie versus moderniteit, stelt de auteur zich ook de vraag naar de plaats van het boeddhisme in een maatschappij die steeds meer materialistisch wordt…
Pema Tsedens verhalenbundel  De droom van de troubadour (2011) is de laatste die hij in de twee talen schreef. Nu schrijft hij nog alleen in het Chinees, de taal waarin hij het best uitdrukt wat hij te vertellen heeft.

Mijn volgende blog gaat over zijn recentste boek, vertaald naar het Frans, ‘J’ai écrasé un mouton’.

PEMA TSEDEN: TIBETAANS SCHRIJVER (EN FILMMAKER)

 

  1. Overzicht van de Tibetaanse literatuur

De Tibetaanse literatuur, nauw verweven met het boeddhisme, is relatief laat ontstaan: de oudste Tibetaanse tekst, een inscriptie op de stele van Zhol, aan de voet van het Potala paleis,

dateert van 767 of 764 na Chr. Dit is een eeuw na het uitvinden van het Tibetaanse schrift en diens grammatica, tijdens de regering van keizer Songtsen Gampo (629-649), stichter van het Tibetaanse rijk en verantwoordelijk voor het introduceren van het boeddhisme in Tibet: dankzij het schrift zouden de boeddhistische teksten uit het Sanskriet vertaald en verspreid worden. In de 13e eeuw komt de eerste compilatie van het Tibetaanse boeddhisme tot stand. De drukkerijen en de grote Tibetaanse bibliotheken bevinden zich in de kloosters en de geletterde elite bestaat hoofdzakelijk uit geestelijken. De Tibetaanse literatuur wordt onlosmakelijk verbonden met de godsdienst.


Het is pas in de jaren 1930 dat met Gendun Chophel (1903-1951) een poging tot nieuwe literatuur ontstaat, maar die wordt in de kiem gesmoord. Gendun Chophel kreeg een klassiek kloosteronderwijs, begaf zich naar Lhasa en nadien naar Indië waar hij twaalf jaar lang studeerde, vertaalde, zijn reisverhalen schreef, de geschiedenis van Tibet herschreef, en een encyclopedie over de Tibetaanse beschaving en volkscultuur opstelde. Jammer genoeg wordt hij wegens beschuldiging van spionage voor de Guomindang gedurende drie jaar opgesloten en worden al zijn schrijfsels in beslag genomen; ze verdwijnen voor altijd. Zijn hele leven heeft hij betracht Tibet te bevrijden van de boeddhistische mantel waarin zij sinds de elfde eeuw gehuld is. Hij sterft in 1951, een maand na de aankomst van de Chinese troepen in Lhasa.
De komst van de Chinezen betekent het einde van het feodaal tijdperk in Tibet (afschaffing lijfeigenschap), het aanleggen van wegen en het bouwen van scholen om een einde te maken aan het monopolie van de opvoeding in de kloosters, maar het betekent ook het vernietigen van een zes duizendtal kloosters.
De Tibetaanse literatuur zal getekend worden door deze evenementen.
In de jaren 1930 bestond er, naast Gendun Chophel, een kleine groep intellectuelen die een opleiding had gekregen in Chinese scholen van de Guomindang. Maar in de jaren 1950  komt de Tibetaanse elite in contact met een nieuwe vorm van literatuur, in het Chinees, doordrenkt van revolutionair idealisme en romantiek. In die bewogen periode ontstaat langzamerhand een literaire beweging. Interessant is dat het Tibetaanse woord voor literatuur, rtsomrig, slechts midden jaren 1950 verschijnt.
De Culturele Revolutie (1966-1976) zal een einde maken aan wat nog rest van de ‘feodale’ Tibetaanse cultuur en verbiedt, op uitzondering van propaganda voor de Partij, elke vorm van literatuur.

Er ontstaat pas een nieuwe, moderne literatuur vanaf 1978, te danken aan de hervormingspolitiek van Deng Xiaoping die de grenzen opende naar het Westen. Maar voor het eerst in Tibet is de literatuur gesplitst in twee parallelle stromingen: een Tibetaanse en een Chinese.

De literaire stroming in het Chinees heeft als boegbeeld Yidan Tsering (Yidan Cairang 伊丹才让) (1933-2006). Hij was verscheurd tussen de twee talen, hij was een fervente aanhanger van de Tibetaanse taal maar schreef in het Chinees, de taal waarin hij, als klein ongeletterd herdertje, onderwijs had mogen krijgen. Yidan Tsering staat symbool voor het linguïstisch dilemma dat na zijn dood steeds meer aanwakkerde.

Na zijn studies, in het Chinees uiteraard, wordt Thöndrup Gyäl (1953-1985) in 1972 voor drie jaar naar het Centraal Instituut van de Nationaliteiten in Beijing gestuurd om er Tibetaans te leren. Hij schrijft gedichten en kortverhalen, zijn thesis gaat over Tibetaanse liederen.

Zijn belangrijkste werk is zonder twijfel De cascade van de jeugd, een manifest voor de Tibetaanse identiteit en haar toekomst. In tegenstelling met Tsering was zijn schrijftaal het Tibetaans en niet het Chinees.

Het in 1978 gestarte beleid van openheid komt ook de Tibetanen ten goede: ze zijn niet meer verplicht hun Tibetaanse identiteit te negeren. Kortverhalen en literaire tijdschriften in het Tibetaans (Kleine Regen Sbrang char) en in het Chinees zien het licht. Jonge auteurs maken aanspraak op hun Tibetaanse identiteit door hun werk, geschreven in het Chinees, met hun Tibetaanse naam te signeren. Sebo en Tashi Dawa, boegbeeld van het ‘magisch realisme’, zijn daar twee voorbeelden van.

De jaren 2020 zien ook het opkomen van een totaal nieuw fenomeen: de Tibetaanse cinema met als leider de schrijver Pema Tseden.
Hij is het onderwerp van mijn volgende blog.

General Tso’s Chicken: recept

In mijn vorige blog vertelde ik jullie het verhaal van dit ‘Chinees recept’ dat…niemand in China kent. Hier volgt het receptje dat toch de moeite waard is om uit te proberen.

Ingrediënten voor de kipmarinade:
* 1kg ontbeende kippenbouten in hapklare stukken
* 2 eetl heldere sojasaus
* 1 eierdooier
* mengeling van 2/3 cup maiszetmeel + 2/3 cup bloem
* peper en zout

Ingrediënten voor de saus:
* 2 theel arachideolie + veel olie om de kippenstukjes te frituren
* 2 theel geraspte gember
* 3 theel geperste look
* een twintigtal hele droge hot chilipepers
* 8 eetl witte suiker
* 5 eetl Chinese zwarte Chinkiang azijn
* 3 eetl sojasaus
* 1 theel maïszetmeel 7 eetl water

Afwerking: koriander en sesamzaden

Werkwijze:
Marineer de kip met de marinade op uitzondering van de bloem en laat 15’ staan. Giet dan over in een plastieken zak en voeg de bloem toe. Sluit de zak, schud goed en giet door een zeef om de overtollige bloem te verwijderen.
Verhit de olie, wanneer er veel belletjes ontstaan rond een ondergedompelde chopstick laat je de kippenstukjes een voor een in de hete olie zakken, niet te veel ineens en, afhankelijk van de grootte van de pan, in twee of drie keer. Frituur voor een zestal minuutjes en draai de stukjes regelmatig om. Haal uit de olie en laat alles 15’ rusten.
Herhaal het frituren. Maak ondertussen de saus:
Vermeng suiker, maïszetmeel, zwarte azijn, sojasaus en water.
Verwarm de wok op laag vuur. Voeg olie en chilipepers toe en roerbak tot de aroma’s van de pepers loskomen. Voeg look en gember toe en roerbak. Voeg de saus eraan toe en kook op matig vuur tot ze stroperig wordt. Dan pas voeg je de kip eraan toe en vermeng je goed.
Stort uit op een mooie schotel en bestrooi met koriander en sesamzaadjes.

慢慢吃! Smakelijk!

 

 

General Tso’s chicken

General Tso’s chicken
左宗棠鸡

Nog zo’n Chinoiserie die, net als de fortune cookies (zie blog 12 juli 2022) in de VS razend populair is maar in China…onbekend is!
De Amerikanen associëren deze schotel, genaamd naar generaal Zuo Zongtang 左宗棠uit de Qingdynastie, met de Hunanse keuken sinds hij in de seventies voor de eerste keer in een Hunan restaurant in New York op de kaart verscheen. Maar het gerecht is dus totaal onbekend in Hunan. Vanwaar komt dit merkwaardig feit?

In 1972 ging president Nixon naar China: dat was een historisch bezoek. De Amerikanen, geboeid door dat bezoek, gingen zich interesseren aan de Chinese keuken. Hetzelfde jaar opende een Taiwanese restaurateur een Hunan restaurant in New York en prees die regionale keuken aan als superieur aan de gangbare Chinese restaurantgerechten. Dit restaurant werd the place to go. In twee jaar tijd rezen in New York honderden Hunanse restaurants op maar…ze serveerden geen echte Hunanse keuken.
Een van die restaurants, Uncle Peng, bracht General Tso’s chicken in het midden van de jaren 1970 mee uit Taipei.


Alhoewel de Taiwanese keuken vanzelfsprekend haar roots heeft in de keuken van vasteland China waren toen reeds een twintigtal jaren voorbij sinds de evacuatie van de Kuomingtang in 1949 en hadden de gerechten soms nog weinig gemeen met de oorspronkelijke. Anderzijds, wegens zijn heel grote populariteit, verscheen General Tso’s chicken in heel korte tijd op de kaart van de andere ‘Hunanse’ restaurants en onderging eveneens zoveel veranderingen dat hij snel geen enkele gelijkenis meer had met de originele: de smaken werden immers ook teveel aangepast aan de niet-Chinese communauteit.

白蛇 Le Serpent blanc / White Snake Yan Geling

Yan Geling werd geboren in 1958, Shanghai, in een familie van intellectuelen. Ze was gepassioneerd door ballet en trad toe tot de troep van het Volksbevrijdingsleger in Chengdu. Ze was toen twaalf, ze was de jongste van de troep. Drie jaar later, ten gevolge van een misgelopen liefdesaffaire, wordt ze voor ze drie jaar geschorst.
In 1979 wordt ze, tijdens het sino-vietnamees conflict, oorlogscorrespondente en ontdekt ze haar roeping: schrijven.

 

Heel het oeuvre van Yan Geling staat in het teken van het (her)schrijven van persoonlijke themata. De novella le Serpent blanc (prachtige vertaling van Brigitte Duzan) is daar een mooi voorbeeld van.

De opbouw van de roman is heel origineel: het bestaat uit drie verschillende invalshoeken. Er is het officieel rapport, het verhaal gerapporteerd door de geruchten en het intieme, geheime, ik zou zeggen het echte verhaal van de hoofdpersonage zelf, Sun Likun.

 

 

Het verhaal start tijdens de Culturele Revolutie. Een danseres van het Volksbevrijdingsleger wordt, om een duistere reden, opgesloten. De enquêteur, Xu Qunshan, die haar komt ondervragen is een vreemd, dubbelzinnig personage waarvan de lezer zal proberen ontdekken welke relatie hij met de danseres onderhoudt…

De oorspronkelijke idee van Yan Geling was haar roman te koppelen aan de legende van de witte Slang door Sun Likun in haar jeugd de rol van de witte Slang te hebben laten spelen en de enquêteur die van de groene.

Deze prachtige novella is een socio-politieke satire waar de alomtegenwoordige controle van de politieke macht, de vooroordelen, de afkeer voor alles wat afwijkt van het normale, het latente geweld in de maatschappij en vooral van vrouwen tegenover vrouwen, de preutsheid, op poëtische en humoristische wijze worden beschreven.

Ik hou het daarbij, anders verraad ik jullie het mysterie waarin het verhaal is gehuld.
Sta vast even stil bij de laatste zin:
Xu Qunshan! s’écria-t-elle en son for intérieur.

Le Serpent blanc
Yan Geling
2022 L’Asiathèque
vertaald door Brigitte Duzan

White Snake and other stories
te verkrijgen op Amazon

 

 

De Legende van de witte Slang 白蛇传

De Legende van de witte Slang is een van de ‘vier grote Chinese legendes’.
Aan het Westelijk Meer in Hangzhou wordt een jongeman verleid door een jonge vrouw in het wit die vergezeld is van haar dienster. Beiden zijn slangenvrouwen die, nieuwsgierig naar de wereld van de mensen, naar de aarde zijn neergedaald. De witte slang en de jongeman vormen een gelukkig koppel maar de monnik Fa Hai 法海 , die de echte natuur van de jonge vrouw heeft herkend en woedend is om deze grensoverschrijdende relatie, besluit haar uit te schakelen.

Deze heel oude legende vindt haar oorsprong in de orale traditie maar werd pas door Feng Menglong 冯夢龙in de 17° eeuw neergeschreven. Het verhaal werd geschreven in baihua 白话de spreektaal. Het speelt zich af, zoals hieronder samengevat, in vier episodes, op drie verschillende plaatsen.

Hangzhou 杭州, Qingmingjie 清明节 (feest van de doden). Xu Xuan 许宣, bediende in een kruidenwinkel, gaat bidden in een tempel. Het begint plots te regenen. Xu opent zijn paraplu en beslist per boor naar huis te keren. Een vrouw in het wit en haar dienster vragen of ze mee mogen op de boot. Aan wal gekomen is het nog niet gestopt met regenen. Xu laat de vrouwen zijn paraplu achter.
’s Anderendaags, wanneer hij zijn paraplu gaat terughalen, verklaart de vrouw dat ze aan elkaar voorbestemd zijn en moeten trouwen. Omdat Xu arm is geeft de vrouw hem een zilverstaaf om het trouwfeest voor te bereiden. Maar de zilverstaaf maakt deel uit van een gestolen buit van de overleden echtgenoot van de vrouw en Xu Xuan wordt aangehouden. Hij leidt de politie naar de verlaten woonst van de vrouw: zij verschijnt in haar witte gewaad maar gaat op in de lucht. Xu Xuan krijgt een milde straf: hij wordt verbannen naar Suzhou.

In Suzhou 苏州 slijt Xu Xuan rustige dagen. Zes maanden later verschijnen de witte dame en haar dienster opnieuw. Xu verwijt haar haar gedrag maar de vrouw verleidt hem opnieuw en ze leven dagen van liefde en plezier. Wanneer Fa Hai 法海, een taoïstische priester een boosaardige wolk boven het hoofd van Xu Xuan ontdekt en hem wil bezweren, wordt hij belachelijk gemaakt door de bovennatuurlijke gaven van de witte vrouw. Enkele tijd later, wanneer Xu Xuan een feest in de tempel wil bijwonen, geeft zijn vrouw hem prachtige kleren…die gestolen zijn! De vrouw verdwijnt en Xu Xuan wordt opnieuw verbannen, deze keer naar Zhenjiang.

In Zhenjiang 镇江vindt Xu een nieuwe job in een kruidenwinkel. Maar, net als in Suzhou, komt de witte vrouw terug, kalmeert de woede van Xu en komt bij hem wonen. Ondertussen is de baas van de kruidenwinkel op haar verliefd geworden. Hij probeert haar te verleiden maar komt oog in oog te staan met een …reuzegrote boa. De baas vlucht weg.
Kort daarop doet Xu Xuan een bedevaart naar het klooster van de Gouden Berg. Zijn vrouw komt terug bij hem maar Fa Hai is erachter gekomen dat ze een slang is. Ze werpt zich in het water en verdwijnt. De taoïstische priester onthult de ware identiteit van de witte vrouw. Xu Xuan is in paniek. Dankzij een keizerlijke gratie mag hij terug naar Hangzhou.

Hangzhou. Xu Xuan wordt voor de derde maal ingehaald door zijn vrouw. Zij wordt door Xu’s schoonbroer en zijn vrouw uitgenodigd bij hen te verblijven. Op een dag ontdekt de schoonbroer op Xu’s bed een reuzegrote boa. Xu Xuan geraakt steeds meer in paniek en staat op het punt zelfmoord te plegen als Fa Hai hem een kom geeft om op het hoofd van zijn vrouw te plaatsen en haar zo onder controle te krijgen: zij neemt haar oorspronkelijke gedaante terug aan, haar dienster wordt opnieuw een vis. Beiden worden opgesloten onder de pagode Leifeng 雷峰塔.


Xu Xuan wordt monnik…

Ook in latere versies van de legende wordt de vrouw in het wit steeds vergezeld van een dienstmeisje. Het visje is een slang geworden, blauw of groen naargelang de vertaling want het karakter qing 青 betekent een kleur tussen groen en blauw, soms zwart.
Een andere bron van de legende vertelt het verhaal van een witte (vrouwelijke) slang die bemind wordt door een groene (mannelijke) slang. De witte slang stelt de groene slang een gevecht voor: indien de groene slang wint zal ze met hem trouwen, zo niet zal hij zich veranderen in een vrouw en haar dienstmeid worden. Dit is wat gebeurde.

Van de Legende van de witte Slang werden opera’s geschreven waarvan die van Tian Han 田汉de beroemdste is. De witte Slang is een van de grootste rollen geweest van de beroemde Peking operazanger Mei Lanfang 梅兰芳.

In de hedendaagse Chinese literatuur verschenen reeds drie romans met de slang als thema. Een daarvan, de novella 白蛇van Yan Geling 严歌苓, bespreek ik in mijn volgende blog.

西红柿炒鸡蛋       OMELET MET TOMATEN

Omdat de vakantie voor de deur staat en we geen zin hebben om veel tijd te verliezen in de keuken, geef ik jullie vandaag het recept van één van mijn lievelingsgerechten: omelet met tomaten.
Heerlijk en poepsimpel om maken!

Deze omelet vind je overal in China, ze behoort tot wat we noemen 家常菜 jiachangcai of thuiskeuken. Een heerlijke omelet is dat, die ook snel klaar is en gezond!

 

Ingrediënten

6 eieren, goed opgeklopt
4 rijpe tomaten, in 8 (of naar wens 16) stukken gesneden
3 lente-ui, in stukken van 5 à 6 cm gesneden
2 theel zout, 2 theel suiker
arachideolie
(evt. enkele druppels sesamolie ter afwerking)

Methode

  1. Verwarm olie in de wok, giet de eieren erin en roer met eetstokjes tot de omelet nog wat lopend is, leg ze op een bord en breek ze tot grote lompen
  2. Verwarm opnieuw olie in de wok en bak de lente-ui tot wanneer ze zacht is, haal ze met de eetstokjes uit de olie en leg ze op een bord
  3. Bak de tomaten op hoog vuur, voeg zout en suiker aan toe, zodra de tomaten sap afscheiden en zacht zijn, zijn ze klaar
  4. Voeg de omelet eraan toe, verwarm goed en roer alles door elkaar
  5. Leg de lente-ui erbovenop en dien op met eventueel wat sesamolie

Tip: in China wordt, naast eetstokjes, ook een lepel gegeven!

Chinese Fortune cookies

Fortune cookies, die kleine knapperige koekjes die, als je ze open kraakt een papiertje met jouw lotsvoorspelling laten verschijnen, zijn geliefd door jong en oud. Ze zijn een cadeautje dat je op het einde van een Chinese maaltijd krijgt.
Maar, in China zijn ze onbekend! Geen enkele Chinees die in China woont heeft ze ooit gezien. Vanwaar komen ze?
Een journalist van Goldthread ging het onderzoeken in San Francisco. In de Golden Gate Fortune Cookie Factory, waar sinds 1962 de cookies met de hand worden gemaakt. Hij interviewde er de eigenaar, Kevin Chan.


Kevin Chan gaf antwoord op de vraag naar de oorsprong van de fortune cookies: ze zijn uitgevonden door de Japanners. De Japanse researcher Yasuko Nakamachi traceerde de oorsprong van de fortune cookies in bakkerijen bij Kyoto. Japanse cookies zijn groter en meer donkerbruin. Het briefje met de lotsvoorspelling zit niet in het koekje maar ligt geklemd in de vouw ervan.

Kleine familiebedrijven maken sinds generaties cookies met de hand bij een tempel buiten Kyoto. De researcher vond vele referenties van die koekjes in de Japanse literatuur en geschiedenis, alsook een prent uit 1878 die een cookiemaker voorstelt.


Later introduceerden Japanse immigranten de cookies in Amerika. Tijdens wereldoorlog II, toen de Japanners er met geweld werden geïnterneerd, startten Amerikaanse Chinezen met het maken van die cookies en leverden ze in de Chinese restaurants van Chinatown.


De meeste fortune cookies bedrijven liggen in de Verenigde Staten en worden machinaal gemaakt. Deze van Kevin Chan zijn met de hand gemaakt, en natuurlijk veel krokanter dan die welke met de machine gemaakt worden.


“You have a secret admirer”, “An old love will come back to you”, “The love of your life is right in front of your eyes”…
Wie kan daaraan weerstaan?

Lelijk!

Weibo, een Chinees platform voor sociale media, gaat viraal!

Reden? De illustraties van een Chinees schoolboek, die heel negatieve reacties bij de ouders van de kinderen uitlokten, wegens ‘esthetisch onaangenaam’ en ‘choquerend’.

De kinderen die op de prentjes zijn afgebeeld hebben kleine droopy oogjes, te grote voorhoofden en zijn lelijk gekleed. Dit alles maakt de algehele vormgeving ‘tragisch lelijk’.

 

Op sommige prentjes is het kruis van de jongensbroek te uitpuilend.

Meisjes die hun tong uitsteken, jongens die de meisjes op ongepaste plaatsen grijpen, een omgekeerde Chinese vlag, enkele kinderen met kleren in de kleuren van de Amerikaanse vlag… dit allemaal is niet alleen lelijk maar heeft heel zeker ‘slechte intenties’!

Sommige ouders zijn ook van mening dat die lelijke tekeningen de esthetische appreciatie van hun kinderen negatief zullen beïnvloeden.

Het boek is uitgegeven door de People’s Education Press, een uitgeverij die in 1950 werd gesticht en verantwoordelijk is voor het uitgeven van onderwijsmateriaal voor lager onderwijs.

 

Veel netizens blikten terug op de schoolboeken uit hun kindertijd en zijn van mening dat het traditioneel Chinees design veel mooier is dan dat van vandaag.

 

De People Education Press beloofde de kwaliteit van de illustraties te verbeteren. Hierop kreeg ze al 600.000 likes!

Bei Dao 北岛 (3)

City gate, open up!

 

Zoals in Bei Dao (1) besproken, zijn in 1989 de stadspoorten van Peking voor hem dichtgegaan en begint voor hem een lange periode van ballingschap.


Pas twaalf jaar later, in 2001, krijgt Bei Dao een speciale vergunning om zijn zieke vader te komen bezoeken. Alhoewel hij er zich psychologisch heeft op voorbereid, herkent hij zijn stad niet. Hij zegt: ‘Ik was een vreemdeling in mijn geboorteland geworden’. Dit was de aanleiding van het schrijven van het boek: via het schrift gaat Bei Dao zijn stad heropbouwen, zijn eigen Peking reconstrueren. Hij beschrijft heel intens het licht van de stad, haar geur, haar geluiden, de kinderspelletjes… En om te eindigen, het aandoenlijke portret van zijn vader.

 

De ‘reconstructie’ van zijn stad was moeilijker dan gedacht: het geheugen is selectief, verward, en het zijne deed lange tijd een winterslaap. Door het schrijven van dit boek wou Bei Dao die herinneringen weer oproepen. Hij werd daarbij geholpen door Cao Yifan, zijn vriend, buur en klasgenoot. Bei Dao deed er bijna tien jaar over om het boek te schrijven. Het werd in 2010 in Hong Kong uitgegeven.

Ik genoot intens van het lezen van dit boek want ik herleefde de culturele shock die ik ervaarde tijdens mijn eerste bezoek aan de stad, in 1998.
Bei Dao’s boek zal al wie heimwee heeft naar The Old Beijing gelukkig maken!

Het boek werd vertaald naar het Engels en naar het Frans:

City gate, open up!
New York  New Directions 2017

 

S’ouvrent les portes de la ville
Ypsilon  2020