Maandelijks archief: juli 2013

Een wereld in harmonie (2)

Zandmandala

Een zandmandala is een oude, heilige uiting van Tibetaanse boeddhistische kunst. In het vajrayâna (Tibetaans) boeddhisme wordt beweerd dat daar waar een zandmandala wordt gemaakt, de omringende mensen en de omgeving gezegend worden. Als je als kind naar een mandala kijkt, doe je positieve indrukken op die met de jaren als vredespruitjes zullen ontkiemen.

Het bijzondere aan een zandmandala is dat de mandala gecreëerd wordt met gekleurd zand. Wanneer de mandala af is, grijpen er ceremonies plaats. Elkeen dient de mandala goed in de geest te prenten. Aansluitend wordt hij op een rituele wijze afgebroken. Deze vernietiging van de zandmandala symboliseert de boeddistische doctrine van het transitorische karakter van het materiële leven…

Constructie van de zandmandala

De Tibetaanse monniken starten met een openingsceremonie waarbij de locatie van de mandala en het zand geheiligd worden door een dertig minuten durende presentatie van zang, muziek en opzeggen van mantra’s.
Daarop volgt het afmeten en tekenen van de architecturale lijnen van het design. Dit gebeurt met een regel, een kompas en een pen met witte inkt.
Dit preciesiewerk neemt zo’n drie uren in beslag.
Dan gebeurt de invulling met zand. Vroeger werd een zandmandala gemaakt aan de hand van, tot fijn gruis geplette, gekleurde edel- en halfedelstenen zoals lapis lazuli (blauw),  robijnen (rood) enz.
 Nu wordt hij gemaakt met zand dat met natuurlijke verf is gekleurd.

Het gekleurde zand wordt dan aan de hand van buisjes, pijpjes, trechtertjes en schrapertjes aangebracht tot het vooraf getekende patroon volledig is ingevuld.
Zo’n constructie duurt voorbeen team monniken één tot verschillende weken daar het werk heel precies moet worden uitgevoerd. De monniken werken steeds van het centrum naar de periferie.
Een mandala heeft een diameter van ongeveer 1,22 meter.

 
Destructie van de zandmandala

De destructie van de mandala gebeurt ook heel ceremonieel: de goden worden volgens een specifieke opeenvolging weggehaald samen met de rest van het zandtapijt tot wanneer het volledig is afgebroken.
Het zand wordt nadien in een kruik vergaard, de kruik wordt in een zijden doek gewikkeld en in een rivier neergelaten opdat het zand van de mandala verder zijn zegening zou kunnen verspreiden.
Deze daad symboliseert de tijdelijkheid van het leven en de wereld: alles wat leeft heeft een begin,  een midden en een einde.
 
Vorig jaar in augustus ontwierpen monniken van de Drepung Loseling Phukhang Khamtsen in het San Francisco Asian Art Museum een merkwaardige zandmandala. Het werk duurde vier dagen, nadien braken ze hem af en wijdden de omstanders met een deel van het zand.
In 1995 werd, ter gelegenheid van een tentoonstelling over thangka’s, in het toenmalig Ethnografisch Museum Antwerpen ook een zandmandala opgebouwd. De constructie duurde vijf dagen, van 25 tot 30 oktober.
De zandmandala was een creatie van de Tibetaanse monniken van het Tibetaanse Instituut ‘Karma Sonam Gyamtso Ling’ te Schoten.
De centrale figuur hierin was Bhaisajyaguru, de Medicijn-Boeddha.
De zandmandala was te bezichtigen tot 20 december van dat jaar.
Die dag werd de mandala op rituele wijze opgeruimd. Het zand werd door de monniken in processie naar de Schelde gebracht om daar uitgestrooid te worden…

Een wereld in harmonie (1)

Mandala

Het woord mandalais afgeleid van het Sanskrit en betekent cirkel, cosmogram, wereld in harmonie. De mandala is veelal op een papieren hangrol of een houten tablet geschilderd. Hij is een spiritueel en ritueel symbool in het hindoeïsme en in het mahâyâna en theravâda boeddhisme. Hij is de voorstelling van het universum. De erudieten van het Namgyal klooster beschrijven de mandala als “een wereld in perfecte harmonie waarvan de bewoners verlichte wezens zijn”.
Een mandala is een tweedimensionele voorstelling van een heilige driedimensionele structuur. Hij is een boeddhistisch hemels paleis dat bewoond wordt door verlichte wezens. De mandala is meestal rechthoekig van vorm met daarbinnenin één of meer cirkels en een centraal punt .

De mandala wordt beschouwd als een ‘plaats’ die gescheiden en beschermd is van de steeds veranderende en onzuivere buitenwereld, de samsara : de nooit eindigende cyclus van dood en wedergeboorte. De mandala wordt bijgevolg beschouwd als een soort “Boeddhaveld” waar nirvana (verlichting) en vrede heersen.

Een welbekend type mandala stelt het hele universum voor, met als centrum de Meru berg die omgeven wordt door de verschillende werelddelen.
De buitenste cirkel van deze mandala symboliseert de wijsheid. De ring van acht scharnierplaatsen is de voorstelling van de boeddhistische aansporing om de dood steeds in gedachten te hebben. Deze ring legt het accent op de gevaarlijke aard van het menselijke leven.
 

Een ander welbekend type van mandala is die van de “Vijf Boeddha’s”. Deze archetypische boeddha’s stellen de verschillende aspecten van verlichting voor, naargelang de boeddhistische school en het specifieke doel van de mandala.
Een veelvoorkomende mandala van deze soort is die van de “Vijf Wijsheden Boeddha’s”. Dit zijn Vairocana (de boeddha van het verleden), Aksobhya (de boeddha van het bewustzijn),  Ratnasambhava (de boeddha van de sereniteit), Amithaba (de boeddha van het oneindige licht) en Amoghasiddi (de boeddha van de tenietdoening van de afgunst).

 

Mandala’s worden doorgaans gebruikt door tantristische boeddhisten als een hulp bij meditatie. De mandala wordt herhaaldelijk gecontempleerd tot verzadiging toe zodat de prent van de mandala volledig verinnerlijkt wordt tot in de kleinste details en dan kan opgeroepen worden en naar believen  kan worden gecontempleerd als een helder en duidelijk beeld.
Aan elke mandala is een liturgie geassocieerd.
Zulke meditaties worden beschouwd als bijzonder doeltreffende methodes om onze gewoonlijk verkeerde perceptie en verwrongen wereldbeschouwing te boven te komen. Want onze verkeerde perceptie en verwrongen wereldbeschouwing zijn de oorzaak van onze misverstanden en van ons lijden. Door zelfmeditatie, zoals de goden van de mandala die het rijke symbolisme weerspiegelen en bijzondere interne praktijken  inschakelen, gaan we onze dagelijkse perceptie, die chaotisch en egocentrisch is, transformeren naar een perceptie gericht op transcendentie. 
Door meditatie zullen we toegang verkrijgen tot een perfekte wereld et tot wijsheid en zullen we deel uitmaken van de wereld van de verlichte wezens.