Kleine Wilde Gans pagode

Tijdens mijn weekendje in Xi’an bezocht ik de tweede dag, naast het Moslimkwartier en zijn moskee, de Kleine Wilde Gans pagode.
Deze pagode is minder bekend dan haar grote zus, de nabij gelegen Grote Wilde Gans pagode, maar heeft enorm veel charme. Die dag regende het pijpenstelen maar dat had voor gevolg dat de kleuren van de rozentuin die de pagode omringt, prachtig uitkwamen.

 

Deze pagode is een mooi voorbeeld hoe het boeddhisme tijdens de Tangdynastie (618-907) in China werd geïntroduceerd en later in de Hancultuur werd geïntegreerd.

 

De Grote Wilde Gans pagode werd gebouwd in de Yonghui periode (650-655), tijdens de regeerperiode van de Tang keizer Gaozong. Ze was bedoeld als bergplaats voor de sutra’s die de befaamde monnik Xuan Zang uit Indië had meegebracht.

De Kleine Wilde Gans pagode werd ook in de Tangdynastie gebouwd, maar later, en meer bepaald in de Jinglongperiode (707-710) tijdens de regeerperiode van Keizer Zhongzong. Daar de pagode in de tuin van de Jianfu tempel lag, heette ze eerst ‘Jianfu Tempel Pagoda’ maar omdat ze geleek op de Grote Wilde Gans pagode, kreeg ze de naam van Kleine Wilde Gans pagode. Daar zouden de sutra’s die door de monnik Yi Jing uit Indië had meegebracht, bewaard worden.

 

Vanwaar komt de naam ‘Wilde Gans pagode’? Er is een legende aan verbonden. Naar deze oude legende waren er twee sekten in het boeddhisme: één waar het eten van vlees verboden was, een andere waar dat niet  verboden was.
Op een dag konden de vleesetende monniken nergens vlees kopen. Toen een van de monniken een zwerm wilde ganzen zag voorbijvliegen zei hij bij zichzelf: “Vandaag hebben we geen vlees te eten. Ik hoop dat de barmhartige Boddhisatva er ons wat zal geven.” Op dat ogenblik braken de vleugels van de leider van de ganzen en hij viel op de grond. De monniken schrokken en dachten dat dit een omen van de Boddhisatva was die hun drang naar vlees afkeurde en hen ertoe wou aanzetten vromer te leven. Op de plaats waar de wilde gans neerviel bouwden de monniken een pagode. Ze noemden het Wilde Gans pagode en stopten met het eten van vlees…