Hexie Hao 和谐号

In Brussel, op een heel aparte locatie, loopt nog tot 30 maart 2019 een kleine maar leuke fototentoonstelling.

De locatie, Le Cercle des Voyageurs, is op zichzelf al de verplaatsing waard: een resto/bar met muren vol opeengestapelde oude reiskoffers, reisboeken van over de hele wereld die je ter plaatse kan lezen of ontlenen. Ook evenementen, concerten en tentoonstellingen trekken de reizigers van alle kanten aan.

Het restaurant serveert er heerlijke schotels van over de hele wereld in een warme sfeer. We aten er Libanese gevulde aubergines en…garnaalkroketjes: je kan er ook terecht voor Belgische delicatessen!
Na de lunch bezochten we de tentoonstelling, Hexie Hao, van de fotograaf Jean-Luc Feixa.
De kwaliteit van de zwart wit foto’s is niet altijd egaal maar enkele foto’s zijn echt wel prachtig, vooral de foto van de affiche ‘Waiting’, waar een hond door een open deur naar buiten kijkt…

Hexie Hao is de naam van de sneltrein waarmee Feixa reisde en betekent letterlijk ‘harmonie’, het is de reportage van de fotograaf die China met de trein doorkruiste, van Beijing naar Sjanghai via Pingyao, het prachtige stadje waar zoveel traditionele films werden gedraaid…

 

Le Cercle des Voyageurs
Lievevrouwbroerstraat 18
1000 Brussel
02/5143949

Zin je adem in te houden ?

Het nieuwe boek van Qiu Xiaolong ‘China, houd je adem in’ is opnieuw een voltreffer: het onderzoek geleid door inspecteur Chen bezorgt de lezer heel spannende uren leeslectuur. De auteur schreef het in het Engels en het is intussen ook in het Frans vertaald.
Maar zoals steeds biedt Qiu daarnaast ook veel aspecten van de Chinese cultuur, gastronomie, literatuur, tradities en bijgeloof…

Tradities en bijgeloof spelen in het huidige China een primordiale rol, ik zou zeggen dat het leven van de Chinees daarop is afgestemd, in alle lagen van de maatschappij, ook bij de hoogopgeleide en goedverdienende jeugd.

Een van die Chinese rituelen wordt hier op magistrale wijze geïllustreerd: het ‘dodenritueel van zeven keer zeven’.
Bij een overlijden doen de familieleden, startend bij de dag van de dood, om de zeven dagen een offerande aan de overledene en dit zeven keer. Het volksgeloof beweert dat de ziel van de dode de wereld van de mensen niet wil verlaten en daar blijft alsof ze nog bestaat. Zeven dagen na het overlijden komen de familieleden dus samen en bereiden een festijn voor hun dierbare. Ze steken kaarsen aan, branden wierook en soms ook ‘geld van de andere wereld’. Nadien eten ze samen, alsof de dode ook aan tafel zat. Dit ritueel grijpt dus om de zeven dagen plaats, dit gedurende zeven weken. Na die periode is de ziel van de dode tevreden en kan ze weggaan.
De ziel vliegt ver van het huis weg en de familie hoeft dus niet meer samen te komen alhoewel andere families het wel verder blijven doen, bijvoorbeeld na honderd dagen, na tien jaar of op andere symbolische data.
De plot van de roman draait rond dit ritueel en maakt het ongelooflijk spannend!

In het kort: een seriemoordenaar terroriseert Sjanghai: in drie weken werden reeds vier moorden gepleegd, steeds in de vroege ochtend en in een overdag drukke straat. Naast het lijk ligt telkens een masker, een geel antipollutie masker. Is dit masker een noodsein voor de luchtvervuiling die de inwoners van Sjanghai zo verontrust?
Hoofdinspecteur Chen, die door de hooggeplaatste Zhao reeds opdracht heeft gekregen om over een groep militanten ecologie te enquêteren, wordt door secretaris Li aangesteld om samen met zijn rechterhand inspecteur Yu de zaak zo vlug mogelijk op te lossen: het jaarlijkse Volkscongres gaat weldra beginnen en de seriemoorden zouden een schandaal betekenen voor de Partij.

Luchtvervuiling, corruptie, inmenging van de Partij in het dagelijkse leven van de Chinezen, de onmacht van het volk tegenover de leugens van de leidende klasse: dit zijn thema’s die Qiu Xiaolong zonder probleem kan aansnijden want hij leeft in de Verenigde Staten!

Het boek is geschreven in het Amerikaans en is vertaald naar het Frans door Adelaïde Pralon.

Chine, retiens ton souffle
Qiu Xiaolong
Editions Liana Levi, 2018
ISBN : 979-10-349-0066-4

Jinan 济南

Jinan, hoofdplaats van de provincie Shandong, ook nog de ‘City of Springs’ genaamd, ligt op ongeveer 400 km ten zuiden van Beijing en ligt dus, naar Chinese normen, dicht bij de Chinese hoofdstad.

En inderdaad, de bullet train kan het op amper twee uren doen! Mijn man en ik vinden het de moeite waard om daar een dagje rond te lopen temeer dat de schrijver Lao She 老舍 (1899-1966) er aan de Universiteit vier jaar les heeft gegeven, van 1930 tot 1934 er dat zijn vroegere huis te bezichtigen is…

We nemen de vroegste trein, om 7:10 en installeren ons in de heel comfortabele en nette sneltrein. De trein stopt maar enkele keren. Wat een toeval! De eerste stop is in Cangzhou 沧州! Ik moet lachen omdat ik een novelle vertaalde van de schrijver Bao Tianxiao 包天笑 die heette: Tussenstop in Cangzhou (zie blog 20 december 2011).

We komen aan in Jinan en besluiten eerst het huis van Lao She te bezichtigen. Het is een courtyard die heel wat gelijkenissen vertoont met zijn huis in Beijing en heel veel charme heeft. In de tuin staan twee persimoen bomen.

Na een heerlijke noedel lunch begeven we ons naar de belangrijkste van de 72 historisch vermelde bronnen: de Baotu Spring, gelegen in een prachtig park in Chinese stijl. Vijvers met gutsende bronnen, treurwilgen, rode houten bruggetjes: een feeëriek spektakel! Keizer Qianlong (1711-1799) van de Qingdynastie bezocht de bron en noemde ze ‘de eerste Bron onder de Hemel’. Men zette er dan, naast de bron een tablet neer met ‘s keizers handschrift.

We nemen de trein terug en verlaten de vochtige atmosfeer van Jinan voor de kurkdroge lucht van Beijing, maar nu zonder tussenstop in Cangzhou!

 

7 days in Tibet

7. Lhasa, de Barkhor

Na een lekker ontbijt in onze House of Shambhala maken we een wandeling in  Lhasa’s  meest iconische pelgrim circuit: de Barkhor. De Barkhor is het circuit of kora dat de gelovigen maken rond het randgebied van de Jokhang, tweemaal per dag en steeds in klokwijzerzin. De meest fervente gelovigen prosterneren zich al wandelend op de grond.

De Barkhor is niet het enige pelgrim circuit: het ligt tussen de Nangkhor dat strak rond de Jokhang loopt en de 8 kilometer lange Lingkhor dat ook een deel van de moderne stad omvat.

De Barkhor is het spirituele hart van de Heilige stad en tegelijk de belangrijkste shoppingwijk voor de Tibetanen. Het is intact gebleven en heeft geen ‘modernisering’ ondergaan. De mannen dragen vilten cowboy hoeden, de vrouwen dragen een gestreept veelkleurig schortje op een lange rok.

Aan de kant van de ingang van de Barkhor op de eerste verdieping, staan vijf vrouwen, zingend, met een houten stok gerst te pletten, een hele dag lang. Beneden, voor de ingang van de tempel, horen we het geschuifel van de pelgrims en het geprevel van hun mantra’s. De geur van yakboter is overweldigend…

We moeten naar het vliegveld en stoppen aan het grootste postkantoor van Lhasa om onze kaartjes te posten. We willen échte mooie Tibetaanse postzegels op onze kaartjes en krijgen ook inkt en tampons: de een met het opschrift ta-shi de-lek, de ander met een yakfiguur en we tamponneren ijverig onze kaartjes die Europa hopelijk zullen bereiken…

ka-lee shu Tibet!

7 days in Tibet

 

  1. Terug naar Lhasa

Zo enthousiast waren we van het ontbijt in Yeti Hotel, zo ontgoocheld zijn we van het ontbijt van het Tashi Chotar Hotel, een nieuw vier sterren hotel met prachtige kamer waar, telkens je binnenkomt “huanying guanglin”, dit betekent “welkom gast”, resoneert. Vieze tapijten met vuile papieren zakdoekjes, personeel dat nog half in slaap is,  lauwe gestoomde broodjes…

We vertrekken naar Lhasa, zes uur rijden. Lisa toont ons een berg waar nu nog aan ‘sky burial’ wordt gedaan, de meest iconische uitvaart in Tibet. Tibetanen noemen hem ‘bya gtor’, de vogels voeden. Het lichaam van de overledene wordt in foetushouding gelegd: dit betekent dat de overledene een nieuw leven wil beginnen. Hij wordt dan in een wit laken gehuld en buiten het huis gebracht, steeds voor 5 uur ’s ochtends, nooit op zaterdag en zondag. Het lichaam wordt dan in de bergen gedragen en wordt vergezeld van monniken die sutra’s zingen. Cipres takken worden er verbrand.


Na de ceremonie houdt de familie om de zeven dagen een ritueel en dit gedurende 49 dagen. Deze traditie komt van de Han Chinezen die geloven dat de bardo, het intermediair stadium tussen twee levens, 49 dagen duurt…

Aangekomen in Lhasa bezoeken we eerst het nieuwe, prachtige Yakmuseum. We wandelen in een prairie waar opgevulde zwarte, witte, bruine yaks in alle formaten ons aanstaren. Er zijn ook prachtige opstellingen van vroegere Tibetaanse huisjes met net levensechte mensen in mooie, kleurrijke klederdracht. Een toonbeeld: educatief, modern en aantrekkelijk.

Daarna gaan we naar House of Shambhala, Lhasa’s mooiste boutique hotel.
Het is een groot middeleeuws huis dat in de oude stad is gelegen. De negen kamers hebben muren in zwarte, platte leisteen en zijn prachtig gedecoreerd met Tibetaanse antiek. Een kleurrijk, met parelmoeren schelpjes geborduurd bed overtrek en bonte kussens op de sofa vrolijken de kamer op. Zo romantisch!!!

Om 18:00 stipt komt de zaalchef van het restaurant ons halen: “吃饭!” “Eten!”

 

Onze tafel in het oud-Tibetaanse restaurant is reeds gedekt met allerlei schotels: stoverij van yakvlees, bloemkool, spinazie, kip met rode pepertjes, salade, gepoft brood, rijst…het wordt een onvergetelijke avond…

7 days in Tibet

5. Naar Shigatse

We brengen de nacht door in het Yeti hotel. Het is een driesterrenhotel en is het beste hotel in Gyantse: 24-uur continu warm water, schone kamers en betrouwbare Wi-Fi. Mijn Lonely Planet gids raadt zijn yak steak aan en belooft ‘Tibet’s best buffet breakfast’.

Dit buffet is inderdaad een schot in de roos: individuele omeletjes, toast en boter, yoghurt, verse fruitsalade, honing, sinaasappelsap, heerlijke koffie…We worden verwelkomd door een ‘Namasté’ van de chef die fier zijn buffet voorstelt. Hij toont ons ook hoe tsampa te maken: hij doet enkele lepels meel van geroosterde gerst in een kom waarna hij wat warme boterthee, suiker en boter toevoegt en alles goed vermengt.

Na de check-out wandelen we langs een typische straat in Gyantse: het is net een decor voor een film, zo mooi is het! Er zijn overal bloemen, hoofdzakelijk roze cosmos, koeiendrek ‘taarten’ hangen er in de zon te drogen, mooie, grote, jonge vrouwen in traditionele klederdracht lopen er glimlachend over straat, ik heb dan ook het gevoel in een film te wandelen.

We bezoeken het belangrijkste klooster van de stad: het Gyantse Kumbum. Kumbum betekent: 100.000 prenten, 100.000 schilderijen. Dit klooster is het belangrijkste in zijn soort. Het werd in 1427 gebouwd en binnen het klooster staat een 32 meter hoge chörten of stupa. Het Kumbum is zes verdiepingen hoog en bestaat uit een aaneenrijging van kapelletjes beladen met ontelbare schilderijen. We geraken niet uitgekeken op zoveel moois!

Onderweg naar Shigatse stoppen we aan een kraampje langs de weg om tsampa te kopen.

In Shigatse wacht ons een ander kloosterbezoek, dat van Tashilhunpo. Het werd in 1447 gebouwd en was de residentie van de Panchen Lama’s waar we nu nog de chörten, waarin ze begraven liggen, kunnen bewonderen.

Toevallig heeft daar nu een Cham performance plaats: rituele dansen worden gedurende verschillende dagen door gemaskerde monniken en lama’s uitgevoerd. Cham wil boze geesten weren en is een terugkeer naar het pre-boeddhistische Bön.


Rondom rond het podium zitten wel honderden boeddhistische monniken naar dit betoverende spektakel te kijken…

7 days in Tibet

4. Naar Gyantse

Vandaag hebben we 270 km te rijden.
Onderweg naar Gyantse stoppen we aan het Yamdrok-tso meer, een van Tibets drie grootste meren. In dit meer zwemmen veel vissen, maar die worden niet gevangen omdat het meer heilig is. Het is een prachtig meer, van een bijzonder helder, donker turkoois. Vrome Tibetanen wandelen rond het meer, dat doen ze op zeven dagen.

We zitten nu al op een hoogte van 4441 meter. Er zijn veel Chinese toeristen, dus ook veel souvenirkraampjes. We kopen er een schattig theepotje, afkomstig uit het dorp van de marskramer: ”Jaja, het is antiek! Zeker vijftig jaar oud!” Ik pingel af tot de helft van de gevraagde prijs en krijg het zonder probleem mee…


Wat verderop, op de helling van een berg, staan Tibetaanse vrouwen, met mini geitjes in de armen. Ik mag er eentje vasthouden, mijn man maakt een foto en natuurlijk vragen ze een centje voor de souvenirfoto. Zo’n warm geitje eventjes in de armen mogen houden is wel leuk!

Na een lunch op basis van tofu, aardappelen en witte kool, rijden we naar ons hotel, op 5.200 meter hoogte: mijn hoofd begin te duizelen. Kalm blijven, traag in-en uitademen, traag stappen, het lukt prima.

’s Avonds eten we Indische dahl en palak paneer alsook een ragout van yakvlees. We zijn niet de enige westerlingen: wat verderop zitten vier Nederlandse dames enthousiast te praten: ze plannen een trekking naar de Everest, Oh My God!

7 days in Tibet

 

3.  Tsetang

Vandaag bezoeken we de “firsts” van Tibet: het eerste klooster, de eerste akker, het eerste dorp, het eerste paleis…

Na een bergrit langs een autoweg waar schapen en yaks de vrije loop hebben, komen we  aan in het Samye klooster, het eerste klooster van Tibet waar het boeddhisme tot stand kwam, rond 765-780. In dit klooster mocht het boeddhisme ook wortel schieten. Het toenmalige hof zag dit niet met een goed oog: het merendeel ervan was immers nog altijd aanhanger van de Tibetaanse oer religie: de Bön.


Kort na de stichting van het Samye klooster werden daar de zeven eerste Tibetaanse monniken gewijd.

Dit drie verdiepingen hoge klooster is merkwaardig in die zin dat elke verdieping een verschillende stijl heeft: de gelijkvloerse en eerste verdieping zijn in Tibetaanse stijl, de tweede verdieping in Han Chinese stijl, de  derde verdieping in Indische stijl.
Maar het meest merkwaardige is dat het Samye klooster gebouwd is als een mandala met als centrum een tempel, de Ütsetempel die staat voor de Meruberg met daarrond twee concentrische cirkels van tempels die oceanen, continenten en subcontinenten symboliseren.

We lunchen in de refter van het klooster: heerlijke tofoe bereid op drie verschillende wijzen en een soep van ei en tomaten.

Na de check-in in het hotel rijden we naar de Yarlung vallei, bakermat van de Tibetaanse beschaving.


Van verre zien we reeds de Yumbulagang, helemaal bovenop de top van een berg. De Yumbulagang wordt beschouwd als het oudste gebouw van Tibet en het is tegelijk Tibets eerste paleis: het werd voor koning Nyentri Tsenpo gebouwd. Je kan de berg die leidt tot de Yumbulagang te voet, te paard of op een yak beklimmen.
Het paleis wordt hersteld en is vanbinnen leeg, dus besluiten we maar met onze gids Lisa een sho, een Tibetaanse yoghurt, te gaan drinken.


Lisa vertelt ons dat in 1952 de eerste auto die Tibet binnenkwam, voor de dalai lama was en dat, daar er geen wegen waren, de wagen, voor het vervoer, uit elkaar moest worden genomen. Er waren toen inderdaad nog geen wegen, men verplaatste zich te paard of op een yak, en er was ook geen lopend water noch elektriciteit…

 

7 days in Tibet

  1. De Jokhang

Na ons bezoek aan de Potala wacht ons een nog intensere beleving: de meest vereerde religieuze constructie van Tibet: de Jokhang. De bedwelmende geur van de boterlampen, het geprevel van de mantra’s, het schuifelen van de pelgrims grijpen ons aan.

De tempel werd gebouwd tussen 639 en 647 op initiatief van Songtsen Gampo. Koning Songtsen Gampo wou er een beeld in onderbrengen, een beeld van Mikyöba dat deel uitmaakte van de bruidsschat van zijn Nepalese vrouw Prinses Bhrikuti. Terzelfdertijd werd ook nog een andere tempel gebouwd, de Ramoche tempel om er nog een boeddhistisch beeld in onder te brengen, de Jowo Sakyamuni. Deze bracht zijn andere vrouw, de Chinese Prinses Wencheng mee. Men denkt dat, na Songtsen Gampo’s dood, Prinses Wencheng het beeld van Sakyamuni liet overbrengen naar de Jokhang om het in veiligheid te brengen. Dit beeld is het meest vereerde Boeddhabeeld van Tibet.

Tijdens de Culturele Revolutie werd de tempel door de Rode Gardisten grotendeels ontheiligd tot een varkensstal. In 1980 werd de tempel met goed resultaat gerestaureerd.

Vier Bescherm Koningen, telkens twee links en rechts van de ingang, kijken de pelgrims en bezoekers met boze ogen aan.
Op de gelijkvloerse verdieping huist het beeld van Jowo Sakyamuni, Sakyamuni op twaalfjarige leeftijd, door Prinses Wenchen naar Tibet meegebracht. Het beeld is 1,5 meter hoog, met edelstenen ingelegd en beladen met zijde en juwelen. Het is het belangrijkste beeld van Tibet.
We lopen door een opeenvolging van kappellen, allen om ter mooist, allen gehuld in de bedwelmende geur van yakboter. We lopen in klokwijzerzin, zowel in en rond de tempels als rond de chörten, de Tibetaanse stupas. Lisa, onze Tibetaanse gids, berispt Chinese toeristen die in de verkeerde richting lopen.

De eerste verdieping is ook een aaneenrijging van kapellen: de kapel van Songtsen Gampo, de belangrijkste, is prachtig. De koning, in groot ornaat, heeft in zijn tulband een kleine boeddha en is, links, omringd door zijn Nepalese vrouw en, rechts, door zijn Chinese. Ook de meditatie cel van de koning is de moeite waard met haar prachtig uitgebeitelde deur besmeerd met yakboter.

In Lhasa zijn er drie pelgrimcircuits: de Nankhor, het circuit in de tempel, de Barkhor, het circuit rond de Jokhangtempel, die pelgrims en gelovigen tweemaal per dag al prosternerend en steeds in klokwijzerzin, afleggen. Dit is het meest bekende en gebruikte circuit.
Het derde circuit heet de Lingkhor en loopt rond het oude stadsgedeelte.
De meeste gelovigen zijn gehuld in traditionele Tibetaanse klederdracht. Ze draaien hun gebedsmolen en prevelen om mani padme sum

 

 

7 days in Tibet

  1. Lhasa, de Potala

Na vier jaar wachten door familiale omstandigheden is het dan zover: mijn man en ik maken in september een kleine rondreis in Tibet!

Vier maanden terug, tijdens mijn vorig verblijf in Beijing, nam ik contact met Iris, manager van de China Culture Club Beijing om de condities van een individuele Tibetaanse trip met gids en chauffeur te bespreken. Tibet mag je zomaar niet binnen, je moet een permit krijgen en dat zal via ons Chinees agentschap gebeuren. Ook moet je, behalve in Lhasa, steeds vergezeld zijn van je gids…

Zaventem, Frankfurt, Beijing waar we één dag blijven om ’s anderendaags naar Lhasa te vliegen. De vlucht duurt vier en een half uur. Lisa, onze Tibetaanse gids wacht ons op in de luchthaven. Ze ziet er sympathiek uit, ze leidt ons naar de volumewagen met chauffeur: we zullen een week samen reizen, eten en plezier maken…

Eerste bezoek: het Potalapaleis, gelegen op 3700 m hoogte wordt ook nog ‘the roof of the world’ genoemd. Het was het paleis van de dalai lama’s en staat helemaal aan de top van de Rode Heuvel van Lhasa, hoofdstad van de Autonome Regio Tibet. Een adembenemend zicht. De Potala werd gebouwd op de plaats waar in de 7° eeuw een burcht was gebouwd door Songtsen Gampo, 33° koning van Tibet. Songtsen Gampo maakte van Luoshe, het huidige Lhasa, de hoofdstad. Hij koos de Rode Heuvel om er zijn paleis te bouwen: het Potrang Karpo of Witte Paleis.
In de 17° eeuw werd Tibet, met Mongoolse assistentie, eengemaakt door de vijfde dalai lama. Aan het Witte Paleis bouwde hij het Potrang Marko of Rode Paleis. Hij gaf het de naam Potala, naar het sanskriet Potolaka, de naam voor het mythische paleis van de boddhisatva Avalokitesvara: de Dalai Lama zou immers een manifestatie zijn van Avalokitesvara.
Sinds die tijd fungeerde het paleis als Winterpaleis voor de Dalai Lama’s en stond symbool voor het Tibetaans boeddhisme.

Het Witte Paleis was het privévertrek voor de Dalai Lama’s. Het bevat de troonzaal waar de Dalai Lama’s hun officiële gasten ontvingen, een ontvangstzaal,  een meditatieruimte en het studeervertrek van de Dalai Lama. Een voor het publiek afgesloten deur leidt tot zijn slaapkamer. De witte muurbedekking stond symbool voor vrede.

Het Rode Paleis staat symbool voor autoriteit en recht. Het huist voornamelijk de stupa-graven (in het Tibetaans chörten genoemd) van de verschillende Dalai Lama’s alsook vele kapellen. Rood en (echt!) goud zijn de dominerende kleuren van het paleis maar de prachtige bokchaks die aan de grote deurknoppen hangen zijn gevlochten in witte, kobaltblauwe, felrode, saffraangele, smaragdgroene stof: ze symboliseren macht en prestige. Een adembenemende ervaring!

We wandelen traag in de hoop te ontsnappen aan de ‘acute mountain sickness’ of AMS: we zijn immers naar Lhasa per vliegtuig en niet, zoals iedereen aanraadt, per trein gegaan. De treinreis van Beijing naar Lhasa zorgt ervoor dat het lichaam zich langzaam aanpast aan de 3700 meter hoge Lhasa. Maar de afstand tussen Beijing en Lhasa is 3753 km en duurt…44 uren!