Fat Ladies

De vrouw in de Tangdynastie

De Tangdynastie (618-907) is, samen met de Handynastie (206 voor tot 220 na Chr.), de grootste en meest prestigieuse dynastie uit het Chinese keizerrijk.
Deze dynastie staat synoniem voor economische bloei, grote militaire macht, suprematie over de omringende staten, bloeiende aristocratie en culturele hoogstand.
 
 

De toenmalige hoofdstad Chang’an (nabij het huidige Xi’an) werd een kruispunt voor buitenlandse handel en politieke delegaties en werd aldus het diplomatieke centrum van Azië. Deze unieke periode van internationale, kosmopolitische invloeden was ook een consequentie van het grote belang van de Zijderoute die toen haar hoogtepunt kende. Deze handelsstraat van ongeveer 10.000 km (waarvan 3.000 km door China) verspreidde niet alleen zijde, thee, specerijen en andere luxegoederen. Ze speelde een belangrijke rol in de uitwisseling van kennis, cultuur en ideeën. Boeddhistische geschriften kwamen vanuit Indië via de Zijderoute China binnen. Alzo werd de boeddhistische leer in die periode in China verspreid.

 De weelderigheid van deze dynastie weerspiegelde zich ook in de vrouwelijke vormen: de vrouw, die voorheen uitblonk door haar slank figuurtje, kreeg mettertijd vollere vormen. Een nieuwe mode, in navolging van Yang Guifei, de favoriete concubine van keizer Xuanzong (712-756)? Tal van schilders en dichters roemden deze volslanke jonge vrouw.
 Alhoewel, muurschilderingen in het graf van kroonprins Zhanghuai die dateren uit 711, getuigen dat “fat ladies” reeds “in” waren, althans aan het hof. De mode van volslanke vormen zou eerder beïnvloed zijn door de boeddhistische beeldjes.

De rol van de vrouw in de Tangdynastie was in de eerste plaats die van echtgenote en moeder. Ze was opvoedster en leerde haar kinderen lezen en schrijven.
 

Een totaal andere rol die ze kon vervullen was die van hetaere. Deze was meer dan een prostituee: ze kon dansen of een muziekinstrument bespelen, zingen of met haar klant een levendige en interessante conversaties onderhouden. Sommige getalenteerde courtisanes waren in al deze kunsten bedreven.

De vrouw in de Tang-dynastie had nog geen gebonden voeten maar ze bewonderde de hofdanseressen, en meer in het bijzonder hun heel kleine voetjes. In de daaropvolgende dynastieën zou dit schoonheidsideaal zich verder ontwikkelen om dan uiteindelijk te leiden tot de mode van de lotusvoeten.

De hofdames en de courtisanes hechtten veel belang aan hun opmaak. De wenkbrouwen werden afgeschoren, het gelaat werd gewit. Nadien werden de wenkbrouwen hertekend in de vorm van een vlinder, het blad van een treurwilg en nog extravaganter patronen. Het voorhoofd werd geel geschilderd of met een bloemmotief getooid. Rood op de wangen en lippen vervolmaakte het kunstwerk. Soms werd de mond zwart geschilderd.

De haartooi was heel belangrijk, ze is zo typerend voor de Tang-vrouw.
Meestal werd het haar opgestoken in twee knotjes  of een grote die naar voren viel, tot op het voorhoofd. De vrouwen droegen ook nog tal van andere kapsels, die wel steeds in de hoogte staken.
Soms droegen ze ook een sluier. Niet om godsdienstige redenen want het dragen van een sluier was reeds  in gebruik lang voor de komst van de islam. Neen, de sluier was dé ideale bescherming tegen de zandstormen.
In Noord-China is hij anno 2012 nog altijd in zwang…


In Maaseik loopt een boeiende tentoonstelling over de Tang-dynastie. De opstelling is heel didactisch via een levendige audiogids (en ook kinderaudiogidsjes) die de bezoeker door Chang’an leidt.

De Gouden Eeuw van China: schatten uit de Tang-dynastie
loopt nog tot en met 20 oktober 2012
Minderbroederskerk Boomgaardstraat Maaseik
www.degoudeneeuwvanchina.be