Met de corona-lockdown werden de meesten onder ons gedwongen ‘in hun kot te blijven’. En dat had al snel tal van consequenties tot gevolg. Bijvoorbeeld: een grote toename van joggers op straat, solidariteit tussen de buren maar ook een grotere consumptie van lekker eten en …alcohol!
Twaalf eeuwen geleden, in de Chinese Tangdynastie (618-907), was de toestand niet zoveel ‘gezonder’ : een aanzienlijk deel van de bevolking en niet in het minst de acht meest briljante geesten van dit oneindig groot land waren echte…wijnliefhebbers.
De alcoholconsumptie van deze geletterden was een bron van inspiratie voor de dichter Du Fu 杜甫(712-770). Hij schreef er een gedicht over: Acht Onsterfelijken van de Wijnbeker, waarin hij met veel humor zijn tijdgenoten afbeeldt als echte dronkaards. Politici, musici, kalligrafen, dichters…Du Fu spaarde niemand.
Vermits het nu de maand is van de poëzie, vertaal ik jullie Du Fu’s gedicht dat hij maakte over Li Bai 李白, ook nog Li Po genoemd (701-762), die de bijnaam had van Onsterfelijke Dichter. Du Fu en Li Bai worden beschouwd als de twee meest eminente dichters van China.
Geef hem een volle kruik
en hij schrijft honderd gedichten.
Hij doezelt in een wijnshop
in een straat van Chang-an.
En hoewel zijn vorst hem ontbiedt,
betreedt hij het keizerlijke schip niet.
‘Alstublieft, Uw Majesteit’, zegt hij,
‘ik ben de God van de Wijn’.
(wordt vervolgd)