5 Weeks in Beijing (13)

Peking-opera (3)
Mei Lanfang

梅兰芳

Mei Lanfang (1894-1961) – zijn echte naam was Mei Lan 梅澜 – was één van de vier grote dan operazangers uit zijn tijd. Van die vier is  Mei de grootste en bekendste performer van Peking-opera gebleven.
Hij werd niet in Noord-China geboren, maar in Taizhou, dichtbij Nanjing (Jiangsu), in een familie van Peking-opera en kunqu performers.(zie vorige blog)
 Vroeger kreeg een familie met verschillende generaties operaperformers de naam van “Pear Orchard Family”.
“ Pear Orchard” is afgeleid van Pear Orchard-opera of liyuanju
梨园剧. Het behoort echter niet tot de zes voornaamste operasoorten die ik in mijn vorige blog besprak want het is te regionaal gebonden.

Deze soort opera was heel populair in zuidelijker provincies als Zhejiang en Fujian. Het ontstaan ervan gaat terug tot de 11°eeuw.
Later werd de term Pear Orchard gebruikt om te refereren naar operakringen.
Toen hij nog kind was dacht iedereen dat hij geen enkele kans maakte in dat milieu: hij had namelijk een rond gezichtje en zijn ogen waren dof.
Mei Lanfang startte zijn opleiding op acht-jarige leeftijd. Ook zijn leraar was van mening dat zijn matte ogen een hinderpaal voor een briljante carrière zouden betekenen.
Mei begon toen zijn ogen te oefenen: in het donker staarde hij naar de bewegingen van een wierookvlammetje, hij liet een vlieger of een duif in de lucht gaan en met de ogen volgde hij ze zo lang mogelijk…
Mei startte zijn carrière in 1904 (hij was toen 10 jaar oud) in het Guanghe theater in Beijing.
Dankzij zijn dagelijkse oefeningen werd zijn blik  glanzender en expressiever.
 Op zijn twintigste zou hij reeds nationale faam behalen.
Hij oefende ook veel  kunqu, trad erin op en werd aldus langzamerhand een all round performer.

Mei Lanfang werd meester in zingen, dansen en acteren, de drie belangrijkste componenten van de traditionele Chinese opera.
Hij was een dan
maar hij wou zichzelf niet op in een bepaalde soort van dan opsluiten (zie vorige blog).
 Hij was voorstander van de zhengdan (verfijnde vrouw van middelbare leeftijd die traag, met één hand op de maag en de andere los hangend, over de scène” glijdt”) én van de huadan (jonge vrouw met levendige bewegingen).  Dankzij zijn genialiteit lukte het hem het rigiede onderscheid tussen de twee te verbreken en een harmonieus amalgaam van de twee te creëren.

Mei was de eerste die de erhu 二胡 (tweesnarige viool) in de Peking-opera introduceerde. Nu is de erhu uitgegroeid tot een van de belangrijkste instrumenten van het orkest.

Hij was de eerste artiest die Peking-opera in andere landen introduceerde. Hij reisde de wereld rond. Zo ging hij met zijn troep drie maal naar Japan. In 1929 toerde hij ook twee weken in de Verenigde Staten: alle tiketten waren in slechts drie dagen uitverkocht, ondanks de Grote Depressie.
Zes jaar later kwam de Soviet-Unie aan de beurt.

In 1937 werd Beijing door Japan ingenomen. De bezetters, die ondertussen de smaak van de Peking-opera te pakken hadden gekregen, nodigden Mei meermaals uit om een voorstelling voor hen te geven.
Mei weigerde steeds. Uit protest liet hij zich een snor groeien: zo kon hij nog onmogelijk als dan-personage optreden.
Gedurende die jaren van bezetting gaf hij geen enkele voorstelling en leefde schaars van de verkoop van schilderijen.
Na de bevrijding in 1949 fungeerde Mei als eerste directeur van het National Peking Opera Theater. Hij werd ook directeur van het Chinese Opera Research Institute en vice-voorzitter van de Chinese Federatie van de Artistieke en Literaire Kringen.

Zelfs als zestiger trad Mei Lanfang nog op. Twee jaar voor zijn dood voegde hij zelfs een laatste stuk aan zijn operarepertoire toe.Mei stierf van een hartaanval.
 Hij liet ons een mooie nalatenschap over: Mei Baojiu
梅葆玖, zijn zoon en discipel.
Mei Baojiu speelde het repertoire van zijn vader en stichtte de Mei Lanfangschool.

De courtyard van Mei Lanfang staat open voor het publiek (adres: zie blog over de siheyuan2) en stelt een prachtige collectie van Mei’s kostuums tentoon.