Bei Dao 北岛 (1)

Ter gelegenheid van de nieuwste publicatie van Bei Dao vond ik het interessant China’s meest bekende schrijver en dichter even voor te stellen.
Zijn laatst vertaalde werk, 城门开Het opengaan van de stadspoorten wordt in een latere blog besproken.

Bei Dao werd in 1949 geboren in Beijing. Bei Dao 北岛, letterlijk: Eiland van het Noorden, is de schuilnaam van Zhao Zhenkai.

Net als vele anderen biedt hij zich in het begin van de Culturele Revolutie (1966-1976) aan als Rode Gardist. Drie jaar later zal zijn ontgoocheling in de revolutie en het regime een ‘heropvoeding’ tot gevolg hebben: hij zal elf jaar, tot 1980, als bouwvakker moeten werken!

Op 5 april 1976 zijn er op het Tiananmenplein betogingen ter ere van de enkele maanden geleden overleden Zhou Enlai en tegelijk in protest tegen het regime. Duizenden Pekinezen leggen bloemen en gedichten neer bij de zuil van de overledene. Het meest bekende gedicht is dat van Bei Dao: 回答, Antwoord, een klaagzang over de toestand in China en een kreet van opstand. Antwoord is het eerste gedicht van de ‘duistere poëzie’ 朦胧诗. Bei Dao richt samen met zijn vriend, de dichter Mangke 芒克  het tijdschrift Jintian 今天  op. Dit tijdschrift wordt het symbool van de ‘duistere dichters’ tot de overheid het, twee jaar later, verbiedt.

Tegelijk schrijft Bei Dao, tussen 1974 en 1979 Golven (波动), het verhaal van de lotsbestemming van enkele vertegenwoordigers van de ‘verloren generatie’ van de Culturele Revolutie, de generatie die geen scholing naar mogelijkheden heeft mogen lopen. Golven was en is heel vernieuwend, zowel qua inhoud als qua vorm. Bei Dao werd het boegbeeld van de vernieuwing van de Chinese literatuur die de literatuur van de ruïnes (废墟文学)  als naam kreeg. Deze literaire stroming werd vergeleken met het existentialisme in Europa.

Na zijn ‘heropvoeding’ werkt Bei Dao voor de Foreign Language Press als vertaler. Heel in het begin van de jaren 1980, dankzij Deng Xiaoping, worden de restrictieve maatregelen op het intellectueel domein opgeheven. Dit heeft een golf van publicaties tot gevolg. Deze is echter van korte duur: in de herfst van 1983 start de campagne van ‘spirituele pollutie’. Bei Dao is een van de eerste doelwitten ervan. Hij begint te reizen, neemt deel aan democratiebewegingen…

Op 4 juni 1989 worden de manifestaties op het Tian’anmenplein bloedig onderdrukt. Bei Dao is op dat ogenblik in Berlijn (West-Berlijn) maar zijn gedichten worden door de manifestanten als prodemocratische slogans vol vuur voorgedragen.
Gevolg hiervan is dat Bei Dao ervan wordt beschuldigd de studentenopstand te hebben aangemoedigd door de verspreiding van slechte ideeën.
Bei Dao weet dat hij gearresteerd wordt indien hij naar China teruggaat. Hij blijft in het buitenland. Zijn echtgenote en dochtertje mogen niet naar hem toe. Ze zullen daar pas in 1995 toelating voor krijgen. Bei Dao zal slechts in 2006 definitief terug naar China mogen gaan.

Over die lange periode van ballingschap en over zijn terugkeer naar het vaderland vertel ik in een volgende blog.