Chinezen lezen de thorah

Joodse gemeenschappen in China

Joden vestigden zich in China reeds vanin de VIIIe eeuw. In de XXe eeuw kwamen er veel joden bij, o.a. zij die het nazisme konden ontvluchten. Ze vormden er de moderne joodse gemeenschap.

De oude joodse gemeenschap is die van Kaifeng, een stad gelegen in de provincie Henan. Ze is de meest geheimzinnige en paradoxaal meest gekende joodse communauteit. Ondanks haar isolement, duurt zij het langst in de geschiedenis.

Tijdens de Songdynastie (960-1279) vestigen de eerste joden zich in Kaifeng. Het zijn Perzische handelaars die China via de Zijderoute binnenkomen. Ze worden door de keizer aangetrokken met de bedoeling het spinnen, het weven en het verven van katoen te promoten. 
De eerste informaties omtrent de aanwezigheid van deze joden in China bereiken Europa slechts in de XVIIe eeuw, via de in Peking geïnstalleerde jezuieten. Matteo Ricci, de jezuïtische missionaris en missionaris Jean Domenge rapporteren dat de joden van Kaifeng conform het jodendom leven maar progressief geassimileerd worden. Ze kleden zich als Chinezen, dragen een Mantsjoevlecht als bewijs van onderwerping, binden de voetjes van hun dochters, spreken het lokaal dialect.


Een belangrijkefactor voor de assimilatie van de joodse denkwijze en het joodse leven is het Confucianisme. De joden willen immers opklimmen in de Chinese administratie. De vereiste daarvoor is het afleggen van en slagen voor de keizerlijke examens. Daarvoor is een heel grondige studie en kennis van de Confucianistische teksten vereist. Deze studie van de Klassieken is tijdrovend en valt nadelig uit voor de joodse studies.

In die tijd lijkt de synagoge op een Chinese tempel en draagt de naam van “De Tempel van de Zuiverheid en van de Waarheid”.
Huwelijken tussen joodse mannen en Chinese vrouwen worden toegelaten maar het omgekeerde is verboden daar het judaïsme door de moeder wordt voortgezet. Deze rassenvermenging heeft als gevolg dat de joden Chinese gelaatstrekken vertonen.

De joodse gemeenschap van Kaifeng kent haar hoogtepunt onder de Mingdynastie (1368-1644) en telt op dat ogenblik  5000 zielen. Een Mingkeizer die de joodse namen niet kan uitspreken geeft ze daarom Chinese namen. Hij verkondigt dat ze slechts zeven namen zouden dragen zodat ze gemakkelijker te identifiëren zijn:  Ai, Gao, Jin, Li, Shi, Zhang en Zhao. Leuk te vermelden is dat Li afgeleid zou zijn van Lévy. Shi betekent steen en Jin betekent goud.
De joodse gemeenschap van Kaifeng zal progressief verdwijnen ten gevolge van een steeds grotere assimilatie. De vernietiging van de synagoge ten gevolge van een overstroming midden 19e eeuw en de verdwijning van de laatste rabbijn zijn doorslaggevend.
Ondanks dit alles  blijft de oude joodse gemeenschap besnijdenis uitvoeren en leeft ze nog bepaalde regels van zuiverheid na.
Het verval van de druk gebruikte Zijderoute heeft als gevolg dat de joodse communauteit steeds armer wordt. In 1850-51 is deze gemeenschap, die in 1723 halsstarrig had geweigerd de bijbelse rollen aan de Europese jezuïeten te verkopen, genoodzaakt haar thorahrollen aan een Canadese missie te verkopen. Daarentegen weigeren alle joden bekeerd te worden.

Vandaag zouden er in Kaifeng slechts 200 à 300 joodse afstammelingen overblijven. Ze vormen geen echte gemeenschap meer en kennen elkaar vaak niet eens.
Nochtans zou het bezoek van toeristen en nieuwsgierigen een revival van deze bijna uitgedoofde groep kunnen betekenen: bezoekers van de stad Kaifeng begeven zich naar de gedenkplaat waar eens de beroemde synagoge stond. De familie Zhao Pingyu is in het bezit van een maquette van deze synagoge. Een andere familie, die van Shi Zhongyu recenseert de zeden en gebruiken van deze bijzondere communauteit. Nog anderen doen genealogische onderzoekingen…

De moderne joodse gemeenschap in China begint rond de eeuwwisseling van de  20e eeuw met de settlement van Russische joden in Mantsjoerije, hoofdzakelijk in de stad Harbin, die in 1909 bijna 8000 joden telt en er haar eerste synagoge bouwt. Enkele jaren later zwelt de gemeenschap aan met bijna 4000 vluchtelingen die de Oktoberrevolutie in Rusland zijn ontvlucht.

In Shanghai ontstaat een joodse gemeenschap rond 1930. Men onderscheidt er drie groepen: de Sefaraden zijn de eersten om zich in Shanghai te vestigen, ze zullen een belangrijke rol spelen in de economische groei van Shanghai. Daarna komen de joodse Russen en tenslotte de vluchtelingen van centraal Europa die op het einde van de jaren 1930 vluchten voor het nazisme.
Na de oorlog en het vertrek van de vreemdelingen uit de concessies in 1949 en 1950, zullen demeeste joden van Shanghai uitwijken naar de USA, Australië en Israël.

De joden uit de oude gemeenschap van Kaifeng hebben sterk geleden onder het onbegrip, zowel dat van de Europeanen als dat van hun eigen ras. Voor de Europeanen waren ze slechts vreemde vogels, de joden daarentegen trokken hun judaïsme in twijfel.
Nu dat China zich voor de wereld opent is de tijd misschien aangebroken om hen die zich beroepen op hun joodse roots, bij te staan.
Indien Israël deze nieuwe aliyah niet kan bijstaan, is het de taak van de internationale gemeenschap om zulks te doen.