Liao Yiwu La Chine d’en bas (1)

Liao Yiwu (° 1958, Sichuan) is schrijver, reporter, muziekant en dichter. Hij oefent scherpe kritiek uit op het communistische regime. Hij moest daarvoor reeds gevangenis zitten.
liao yiwu 1
Zijn boeken zijn uitgegeven in Hong Kong en Taiwan. In China zijn ze verboden. Aan de hand van interviews van wel heel speciale personages introduceert hij ons in het leven van deze mannen en vrouwen die leven “op de bodem van” de Chinese maatschappij; mannen en vrouwen die door het leven getekend zijn maar ondanks alles hun menselijke waardigheid trachten te behouden. Mannen en vrouwen wier mond door de Chinese maatschappij gesnoerd worden en die de Partij maar liefst in het vergeetboek zou duwen. Deze reportageliteratuur levert ons een fascinerend aspect van het moderne China.

liao yiwu 0

De 27 interviews van Chinezen als: de beroepshuilebalk, de mensensmokkelaar, de beheerder van publieke toiletten, de lijkbalsemer …zijn op een heel intelligente en levendige manier afgenomen.

Ik ga er één van bespreken: de lijkenbegeleiders.

De lijkenbegeleiders
Interview van Luo Tianwang.
Hij vertelt: In China werd het beroep van lijkenbegeleider nooit officieel erkend. En nochtans bestaat dit beroep sinds de oudheid. Toen ik jong was, zei Luo, zagen we soms een uithangbord voor een gesloten winkel waarop geschreven stond: “Ik begeleid een lijk naar de andere kant van de grens.” Toen een handelsreiziger plots overleed was het moeilijk om zijn lijk naar zijn geboortedorp te repatriëren om het daar te laten begraven. Maar, indien een overledene het land van zijn voorvaderen niet terugvindt wordt hij een eenzame ziel. Aangezien er toen geen bussen noch vrachtwagens bestonden, huurde de familie een professionele lijkenbegeleider. Deze zou de overledene naar zijn geboorteplaats terugbrengen…

Het was in het begin van de jaren 1950, tijdens de landhervorming. Ik slenterde met een vriend langs een dorpswegje toen een zwarte massa ons voorbijliep. De massa was gewikkeld in een wijd inktzwart kleed van waaruit nu en dan een leren schoen uitstak. De stap was zwaar en dof. Op dat ogenblik fluisterde mijn maat me toe: “het is een lijk”. Ik huiverde.